Instrumenten
Waarschuwing
Als de tractiecontrole niet werkt, moet
voorzichtigheid in acht worden geno-
men bij het accelereren en het nemen
van bochten op een nat of glad wegop-
pervlak, om doorslippen van het ach-
terwiel te voorkomen. Rijd niet langer
door dan noodzakelijk wanneer het
storingslampje voor het motormanage-
mentsysteem (MIL) en het waarschu-
wingslampje van de tractiecontrole
branden. Neem zo snel mogelijk contact
op met een erkende Triumph-dealer,
om de storing te laten inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
de motorfiets en een ongeluk.
30
Werking van het TC-controlelampje
TC ingeschakeld:
• Bij normale rijomstandigheden blijft
het controlelampje uit.
• Het controlelampje knippert snel
wanneer
het
teem bezig is om slippen van het
achterwiel te beperken bij snelle
acceleratie of op een natte of
gladde weg.
TC uitgeschakeld:
Het controlelampje gaat niet branden. In
plaats daarvan gaat het waarschu-
wingslampje 'TC uitgeschakeld' branden
(zie pagina 31).
Let op:
•
Tractiecontrole werkt niet in geval
van een storing aan het ABS-sys-
teem. In dat geval branden de
waarschuwingslampjes voor de ABS
en tractiecontrole en het storings-
lampje.
tractiecontrolesys-