Rijden op de motorfiets
Remmen
1
1.
Remhendel voorrem
1
1.
Rempedaal achterrem
132
Waarschuwing
Denk bij het remmen aan het volgende:
Laat het gas helemaal los zonder te
ontkoppelen, zodat de motor kan hel-
pen om de motorfiets af te remmen.
Schakel steeds één versnelling omlaag,
zodat de transmissie in de eerste ver-
snelling staat wanneer de motorfiets
volledig stil staat.
Gebruik bij het remmen altijd beide
remmen tegelijk. Normaliter moet op de
voorrem iets meer kracht worden uit-
geoefend dan op de achterrem.
Schakel naar een lagere versnelling of
zet de motor in vrijloop om te voorko-
men dat de motor afslaat.
Laat
de
remmen
omdat dat kan leiden tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
Waarschuwing
Schakel bij een noodstop niet terug,
maar concentreer u erop om zo hard
mogelijk te remmen met de voor- en
achterrem, zonder te slippen. Oefen
noodstops op een terrein zonder ver-
keer.
Triumph beveelt motorrijders sterk aan
lessen te nemen waarin ook veilig rem-
men aan de orde komt. Een onjuiste
remtechniek kan leiden tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
nooit
blokkeren,