Waarschuwingslampjes
Let op:
•
Wanneer het contact wordt inge-
schakeld,
lichten
wingslampjes op het instrumenten-
paneel 1,5 seconde op en gaan
vervolgens weer uit (behalve de
lampjes die blijven branden tot de
motor wordt gestart, zoals beschre-
ven op de volgende pagina's).
Zie pagina 41 voor aanvullende waar-
schuwings- en informatieberichten.
Storingslampje
motormanagementsysteem
Het storingslampje voor het
motormanagementsysteem
wanneer het contact wordt ingescha-
keld (om aan te geven dat het systeem
werkt), maar mag niet gaan branden
wanneer de motor draait.
Indien het storingslampje gaat branden
terwijl de motor draait, betekent dit dat
er een storing is opgetreden in een of
meer systemen die door het motorma-
nagementsysteem worden geregeld. In
dat geval schakelt het motormanage-
mentsysteem over naar de 'thuisbreng-
modus',
zodat
voortgezet indien de storing niet zo ern-
stig is dat de motor niet kan draaien.
de
waarschu-
licht
de
rit
kan
worden
Verlaag de snelheid en rijd niet langer
door dan noodzakelijk wanneer het
storingslampje brandt. De storing kan
de motorprestaties, de uitstoot van
uitlaatgassen en het brandstofverbruik
negatief beïnvloeden.
Verlaagde
gevaarlijke rijomstandigheden veroor-
zaken, die kunnen leiden tot verlies van
controle en een ongeval.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een erkende Triumph-dealer, om de
storing te laten inspecteren en verhel-
pen.
Let op:
•
Als het storingslampje knippert
wanneer het contact wordt inge-
op
schakeld, neem dan zo snel mogelijk
contact op met een erkende Tri-
umph-dealer om deze situatie te
verhelpen. Onder deze omstandig-
heden zal de motor niet starten.
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Als bij draaiende motor de olie-
druk gevaarlijk daalt, gaat het waar-
schuwingslampje lage oliedruk in de
toerenteller branden.
Instrumenten
Waarschuwing
motorprestaties
kunnen
27