Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weergave Schaalfactor (Relevante Parameters); Pi-Regeling (Relevante Parameters) - Invertek Drives OPTIDRIVE E3 Gebruikershandleiding

Gebruiksvriendelijke allround frequentieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE E3:
Inhoudsopgave

Advertenties

Par.
Omschrijving
P-34
Activering remchopper (niet bij bouwgrootte 1)
0: Uitgeschakeld
1: Actief met softwarebeveiliging. Softwarematige beveiliging voor de standaard Invertek 200W weerstanden.
2: Actief zonder softwarebeveiliging. Activeert de interne remchopper zonder softwarematige beveiliging. De thermische
beveiliging dient extern opgelost te worden.
3: Actief met softwarebeveiliging. Gelijk aan instelling 1, met als verschil dat de interne remchopper alleen actief is wanneer de
gewenste frequentie/snelheid verandert. De remchopper is niet actief tijdens constante snelheid.
4: Actief zonder softwarebeveiliging. Gelijk aan instelling 2, met als verschil dat de interne remchopper alleen actief is
wanneer de gewenste frequentie/snelheid verandert. De remchopper is niet actief tijdens constante snelheid.

Weergave schaalfactor (relevante parameters)

Par.
Omschrijving
P-40
Index 1: Weergave schaalfactor
Index 2: Bron van de schaalfactor
Met behulp van deze parameter kan de motorsnelheid, motorstroom, het signaalniveau van de 2de analoge ingang of de gemeten
waarde van de PI-regeling geschaleerd worden weergegeven in het display.
Index 1: Voor het instellen van de schaalfactor. De gekozen bronwaarde wordt met deze factor vermenigvuldigd.
Index 2: Definieert de bron van de schaalfactor als volgt:
0: Motorsnelheid. Schaling wordt toegepast op de uitgangsfrequentie als P-10 = 0, of op het motortoerental als P-10 > 0.
1: Motorstroom. Schaling wordt toegepast op de motorstroomwaarde (ampère).
2: Signaalniveau analoge ingang 2. Schaling wordt toegepast op het signaalniveau van de analoge ingang 2, intern
weergegeven als 0 – 100,0%.
3: PI-terugkoppeling. Schaling wordt toegepast op de PI-terugkoppeling die via P-46 wordt geselecteerd, intern weergegeven als
0 – 100,0%.

PI-regeling (relevante parameters)

Par.
Omschrijving
P-41
Versterking PI-regeling
Versterking PI-regeling. Hogere waarden zorgen voor een grotere verandering in de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar als
reactie op kleine veranderingen in het terugkoppelingssignaal (gemeten waarde). Een te hoge waarde kan tot instabiliteit leiden.
P-42
Integratietijd PI-regeling
Integratietijd PI-regeling. Hogere waarden resulteren in een gedempte reactie bij systemen met over het algemeen langzame reactietijden.
P-43
Werking PI-regeling
0: Normale PI-regeling. Voor pompen en ventilatoren. Bij het sneller draaien van de motor neemt de druk/flow toe.
1: Geïnverteerde PI-regeling. Voor compressoren. Bij het sneller draaien van de motor neem de druk af.
2: Normale PI-regeling, "wake up" met max. snelheid. Werking gelijk aan instelling 0 met het verschil dat de PIregeling
100% uitstuurt wanneer de regelaar wakker wordt.
3: Geïnverteerde PI-regeling. "wake up" met max. snelheid. Werking gelijk aan instelling 1 met het verschil dat de PI-
regeling 100% uitstuurt wanneer de regelaar wakker wordt.
P-44
Bron gewenste waarde PI-regeling (setpoint)
Met deze parameter wordt de keuze gemaakt waar de gewenste waarde vandaan komt.
0: Digitaal. Zie parameter P-45 voor meer informatie.
1: Analoge ingang 1. Analoge ingang 1 wordt gebruikt voor het setpoint. Het niveau van analoge ingang 1 kan via P00-01
uitgelezen worden.
P-45
Gewenste waarde PI‐regeling digitaal
Opgave digitale setpoint wanneer P-44 = 0. 0 t/m 100% is gelijk aan het bereik van de meetsensor. V.b. meetsensor is 0-10 Bar en we
willen een druk van 4 bar bij een normale PI-regeling. P-45 moet dan op 40% worden ingesteld.
P-46
Bron terugkoppeling PI‐regeling
Met deze parameter wordt de bron van de terugkoppeling voor de PI-regeling gekozen.
0: 2de analoge ingang (klem 4) Niveau via P00-02 uitleesbaar..
1: Analog Input 1 (klem 6) Niveau via P00-01 uitleesbaar.
2: Meting motorstroom In % van P‐08.
3: Tussenkringspanning Scalering 0 ‐ 1000 V = 0 – 100%.
4: Analoge ingang 1 ‐ analoge ingang 2 De waarde van analoge ingang 2 wordt afgetrokken van analoge ingang 1 (verschil
meting). De waarde is gelimiteerd tot 0.
5: Hoogste waarde (Analoog 1, Analoog 2) De hoogste waarde van de 2 ingangen wordt gebruikt voor de terugkoppeling.
www.invertekdrives.com
Minimaal
Maximaal
0
4
Minimaal
Maximaal
0.000
16.000
0
3
Minimaal
Maximaal
0.0
30.0
0.0
30.0
0
3
0
1
0.0
100.0
0
5
Versie 1.23 | Optidrive ODE-3 IP66 Outdoor handleiding | 33
Standaard
Eenheid
0
-
Standaard
Eenheid
0.000
-
0
-
Standaard
Eenheid
1.0
-
1.0
s
0
-
0
-
0.0
%
0
-
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave