Gebruikershandleiding herziening 1.23 Bij Invertek Drives Ltd wordt naar voortdurende verbetering gestreefd en hoewel alles in het werk is gesteld om nauwkeurige en actuele informatie te verstrekken, dient de informatie in deze gebruikershandleiding uitsluitend te worden gebruikt als leidraad en vormt deze geen contract.
1. Veiligheidswaarschuwingen 1.1. Belangrijke veiligheidsinformatie Gelieve de onderstaande BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE en alle waarschuwingen en opmerkingen in het overige deel van de gebruikershandleiding door te lezen. Gevaar: Geeft de kans op een elektrische schok Gevaar: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, kan aan die niet elektrisch is en die, indien deze niet leiden tot schade aan het apparaat en mogelijk wordt vermeden, tot materiële schade kan leiden.
2. Algemene informatie en classificaties Dit hoofdstuk bevat informatie over de Optidrive E3 inclusief de manier waarop de technische gegevens van de frequentieregelaar kunnen worden geïdentificeerd. 2.1. De frequentieregelaar identificeren aan de hand van het modelnummer Elke frequentieregelaar kan worden geïdentificeerd aan de hand van het modelnummer, zoals afgebeeld in de onderstaande tabel.
3. Mechanische installatie 3.1. Algemeen D e Optidrive mag alleen in de verticale positie worden gemonteerd, op een vlakke, vlambestendige, trillingsvrije basis. Gebruik hiervoor de geïntegreerde bevestigingsgaten. M onteer geen brandbaar materiaal in de buurt van de Optidrive. Z org voor voldoende ruimte voor koellucht rondom de frequentieregelaar, zoals beschreven in hoofdstuk 3.4.
3.4. Richtlijnen voor montage (IP66-apparaten) V oordat u de frequentieregelaar monteert, moet u ervoor zorgen dat de gekozen locatie voldoet aan de omgevingseisen voor de frequentieregelaar zoals weergegeven in hoofdstuk 10. 1 . Omgevingseisen. D e frequentieregelaar moet verticaal worden gemonteerd, op een geschikte vlakke ondergrond.
Vergrendeling hoofdstroomschakelaar Op de modellen met schakelaar kan de hoofdstroomschakelaar worden vergrendeld in de "Uit"-positie met behulp van een standaard 20 mm hangslot (niet meegeleverd). IP66/NEMA 4X vergrendeling 3.6. De klemmendeksel verwijderen Om bij de klemmen te kunnen komen, moet eerst zoals afgebeeld de klemmendeksel van de frequentieregelaar worden verwijderd. IP66/NEMA 4X-apparaten Draai zoals hieronder afgebeeld de schroeven aan de voorkant van het product los voor toegang tot de aansluitklemmen.
4.2. Aansluitschema Alle locaties van de stroomaansluitingen zijn direct op het product gemarkeerd. Klemmen van het type DC+/BR/DC zijn niet beschikbaar op modellen van bouwgrootte 1. 4.2.1. IP66 (NEMA 4X)-apparaten zonder schakelaar Netvoeding (1-fase of 3-fase) Aansluiten op de voeding Aanvullende informatie in hoofdstuk 4.4.
4.2.2. Elektrische stroomaansluitingen – IP66 (NEMA 4X)-modellen met schakelaar Netvoeding (1-fase of 3-fase) Aansluiten op de voeding Aanvullende informatie in hoofdstuk 4.4. op pagina 13 L1/L L2/N L3 Aardverbinding Aanvullende informatie in hoofdstuk 4.3. op pagina 13 Zekeringen/installatieautomaat Aanvullende informatie in hoofdstuk 4.4.2. op pagina 13 Externe netsmoorspoel (optioneel) Aanvullende informatie in hoofdstuk 4.3.4.
4.3. Aardverbinding Aardingsrichtlijnen Iedere aardklem van elke Optidrive moet DIRECT op de aarde van de locatie worden aangesloten (via het filter, indien geïnstalleerd). De aardverbindingen van de Optidrive mogen niet van de ene frequentieregelaar naar de andere, of naar, of vanaf andere apparatuur worden doorgelust.
4.4.3. Optionele netsmoorspoel G ebruik geen netsmoorspoel bij modellen van bouwgrootte 4! H et wordt aanbevolen om een optionele netsmoorspoel te installeren in de voedingsleiding voor frequentieregelaars met bouwgrootte 1, 2 en 3 waar een van de volgende omstandigheden van toepassing is: o De impedantie van de voedingsbron is laag of de kortsluitstroom is hoog.
4.8. Instellen functionaliteit “REV/0/FWD” selectieschakelaar Door de parameterinstellingen aan te passen kan de geïntegreerde selectieschakelaar voor meerdere toepassingen worden geconfigureerd en niet alleen voor vooruit of achteruit. Voor veel pomp‐ of HVAC‐toepassingen is het handig om een hand/stop/ automaat-schakelaar (ook wel lokaal/extern genoemd) te hebben. De geïntegreerde schakelaar werkt parallel met klem 2 (T2) en klem 3 (T3) van de frequentieregelaar als digitale ingang 1 en digitale ingang 2.
4.9. De interne potentiometer gebruiken (modellen met schakelaar) Op frequentieregelaars met schakelaars kan de ingebouwde potentiometer worden gebruikt om het signaalniveau dat wordt toegepast op analoge ingang 1 en dus de uitgangsfrequentie (motorsnelheid) direct te regelen. Stel P-16 = 8 in om de ingebouwde potentiometer als signaalbron voor analoge ingang 1 te selecteren. 4.10.
4.10.1. Analoge uitgang De functie van de analoge uitgang kan worden geconfigureerd met de parameter P-25. Zie voor meer informatie hoofdstuk 6.2. Parameterlijst op blz. 23. De uitgang heeft twee bedrijfsmodi, afhankelijk van de parameterkeuze: A naloge modus o De uitgang is 0 –...
4.10.4. Digitale ingangen Er zijn tot vier digitale ingangen beschikbaar. De functie van de ingangen wordt bepaald door de parameters P-12 en P-15. Zie voor meer informatie hoofdstuk 7. Macroconfiguratie van analoge en digitale ingangen op blz. 40. 4.11. Thermische beveiliging van de motor 4.11.1.
4.13. Optionele remweerstand Vanaf bouwgrootte 2 hebben alle Optidrive ODE-3 frequentieregelaars een interne remchopper. Op de remchopper kan extern een remweerstand worden aangesloten en d.m.v. deze remweerstand kan regeneratieve remenergie vernietigd worden. Door de remweerstand kan de motor/aandrijving sneller stilgezet worden. De remweerstand moet zoals afgebeeld worden aangesloten op de "+"-klem en "BR"-klem.
5. Bediening 5.1. Bediening van het toetsenbord De frequentieregelaar kan worden geconfigureerd en uitgelezen via het toetsenbord en het display. Met deze knop stap je door de verschillende meetwaarden: freq., stroom, omw./min. Wanneer de knop 2 sec. wordt NAVIGATIE ingedrukt ga je naar de parameter mode. Met deze knop sla je ook de gewijzigde parameters op.
5.4. Alleen-lezen-parameters openen Houd de toets Gebruik de toetsen Druk < 1 seconde Gebruik de toetsen Druk < 1 seconde Houd de toets Navigatie > 2 Omhoog en op de toets Omhoog en op de toets Navigatie >...
5.7. Leddisplay De Optidrive E3 heeft een ingebouwd leddisplay met 6 cijfers en 7 segmenten. Om bepaalde waarschuwingen weer te geven, worden de volgende methoden gebruikt: 5.7.1 LED Display Layout . . . . . .
6. Parameters 6.1. Standaard parameters De parameterset is in groepen gerangschikt volgens de volgende structuur: Parametergroep Bereik Benodigde toegang Toegangstype P00-01 tot P00-20 Uitgebreid Alleen-lezen P00-21 tot P00-50 Geavanceerd Alleen-lezen Basisparameters P-01 tot P-14 Basis Lezen/schrijven Uitgebreide parameters P-15 tot P-50 Uitgebreid Lezen/schrijven Geavanceerde parameters...
LET OP Als de waarde van P-09 wordt gewijzigd, wordt de waarde van P-10 teruggezet naar 0. De Optidrive E3 gebruikt normaal gesproken de frequentie voor alle snelheidsgerelateerde parameters, bijv. minimale en maximale uitgangsfrequentie. Het is ook mogelijk om direct met rpm te werken door de bovenstaande parameter in te stellen op het relevante nominale motorsnelheid dat op het typeplaatje van de aangesloten motor wordt vermeld.
De koppelboost bij lage frequentie wordt gebruikt om de toegepaste motorspanning en dus de stroom bij een lage uitgangsfrequentie te verhogen. Dit kan bij lage snelheid het startkoppel verbeteren. Door het boostniveau te verhogen, word de motorstroom bij lage snelheid verhoogd, wat kan resulteren in een stijgende motortemperatuur. In dat geval kan ventilatie of extra koeling van de motor nodig zijn.
Tweede deceleratietijd Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-24 Tweede deceleratietijd (snelle stop) 0.00 6000.0 Met deze parameter kan een alternatieve deceleratietijd in de Optidrive worden geprogrammeerd, die kan worden geselecteerd via digitale ingangen (afhankelijk van de instelling van P-15) of die automatisch wordt geselecteerd in het geval van een stroomuitval als P-05 = 2 of 3.
6.3.2 Aansturingsselectie Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-12 Primary Command Source 0: Via de klemmen. Met de klemmen 1 t/m 1 1 kan de regelaar worden gestart en de snelheid worden opgegeven. 1: Via het toetsenbord (vooruit). De frequentieregelaar kan in de voorwaartse richting worden bediend met behulp van het interne of een extern toetsenbord.
6.3.4. Algemene functies Beheer parametertoegang en vergrendeling (relevante parameters) Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-14 Toegang tot uitgebreid menu 65535 Geeft toegang tot uitgebreide en geavanceerde parametergroepen. Deze parameter moet worden ingesteld op de in P-37 geprogrammeerde waarde (standaard: 101) om de uitgebreide parameters te bekijken. Stel de parameter in op P-37 + 100 om de geavanceerde parameters te bekijken en aan te passen.
Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-30 Configuratie start/herstart/Fire mode Index 1: Startmodus/automatisch herstarten N.v.t. N.v.t. Edge-r Selectie of de regelaar automatisch moet starten als de vrijgave/start ingang aanwezig is en de voedingsspanning wordt ingeschakeld of dat de regelaar wordt vergrendeld tijdens het inschakelen van de voedingsspanning. Met deze parameter kun je ook instellen of de regelaar bij een fout automatisch moet herstarten.
Pagina 32
Selectie schakelfrequentie (relevante parameters) Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-17 Effectieve schakelfrequentie Met P-17 wordt de maximale schakelfrequentie ingesteld. Wanneer “rEd” wordt weergegeven in het display betekent dit dat schakelfrequentie is gereduceerd (uitleesbaar via P00-32). De reden hiervoor is dat de temperatuur van de koelplaat te hoog is opgelopen. Frequentiesprong (relevante parameters) Par.
Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-34 Activering remchopper (niet bij bouwgrootte 1) 0: Uitgeschakeld 1: Actief met softwarebeveiliging. Softwarematige beveiliging voor de standaard Invertek 200W weerstanden. 2: Actief zonder softwarebeveiliging. Activeert de interne remchopper zonder softwarematige beveiliging. De thermische beveiliging dient extern opgelost te worden.
Standby mode & Wake -up (relevante parameters) Par. Omschrijving Minimaal Maximaal Standaard Eenheid P-48 Timer standby mode 25.0 De standby mode wordt ingeschakeld door P-48 > 0,0 in te stellen. In dat geval wordt de frequentieregelaar in standby geschakeld nadat deze een bepaalde periode met minimale snelheid (P-02) heeft gedraaid. De periode wordt ingesteld d.m.v. P-48. In de stand-bymodus geeft het display n, aan en stuurt de frequentieregelaar geen signaal meer naar de motor.
Pagina 35
Methoden motor control De Optidrive E3 kan worden gebruikt met de volgende motortypen: A synchrone inductiemotoren (IM) S ynchrone wisselstroommotoren met permanente magneten (PM) B orstelloze gelijkstroommotoren (BLDC) M otoren met synchrone reluctantie (SynRM) M otor met lijnstart permanente magneten (LSPM)
Vector control voor asynchrone inductie motoren (IM) De standaard fabrieksparameters van de Optidrive E3 zijn bedoeld voor gebruik met IM-motoren waarbij het vermogen van de motor ongeveer hetzelfde of iets lager is dan het aangegeven vermogen van de frequentieregelaar. In dit geval zou het voor een initiële test mogelijk moeten zijn om de motor zonder enige parameteraanpassing te laten draaien.
Geschikte motoren Optidrive E3 biedt open loop control voor motoren met permanente magneten (PM), BLDC- en LSPM-motoren. De Optidrive ODE- 3 is bedoeld om het gebruik van zeer efficiënte PM motoren in eenvoudige toepassingen mogelijk te maken. Motoren met zowel interne- als oppervlakkige rotormagneten worden ondersteund.
Hogere waarden zorgen voor een dynamischer gedrag met het risico van instabiliteit. Synchrone reluctantie motoren (SynRM) Geschikte motoren Optidrive E3 biedt open loop control voor synchrone reluctantie motoren. De Optidrive ODE-3 is bedoeld om het gebruik van zeer efficiënte PM motoren in eenvoudige toepassingen mogelijk te maken. Inbedrijfstellingsprocedure Bij gebruik van SynRM motoren zijn de stappen voor inbedrijfstelling als volgt: V oer de nominale motorspanning in bij parameter P-07.
7. Macroconfiguratie van analoge en digitale ingangen 7.1. Algemeen Optidrive E3 maakt gebruik van een macroaanpak om de configuratie van de analoge en digitale ingangen te vereenvoudigen. Er zijn twee sleutelparameters die de ingangsfuncties en het gedrag van de frequentieregelaar bepalen: P-12 Selectie van de aansturing van de regelaar.
7.3. Uitleg gebruikte afkortingen Onderstaande tabel geeft uitleg over de gebruikte afkortingen. Functie Uitleg STOP Open het contact om de frequentieregelaar te STOPPEN START Sluit het contact om de frequentieregelaar te starten, de frequentieregelaar draait zo lang het ingangsignaal aanwezig is FWD...
8. Modbus RTU-communicatie 8.1. Inleiding De Optidrive E3 kan worden aangesloten op een Modbus RTU-netwerk via de RJ45-connector aan de voorzijde van de frequentieregelaar. 8.2. Modbus RTU-specificaties Protocol Modbus RTU Error check Baud rate 9600bps, 19200bps, 38400bps, 57600bps, 1 15200bps (standaard)
V.b. : parameter P-15 heeft het volgende holding register 128 + 15 = 143. Voor sommige parameters wordt interne schaling gebruikt. Neem voor meer informatie contact op met uw Invertek Drives-retailer. 46 | Optidrive ODE-3 IP66 Outdoor handleiding | Versie 1.23...
8.4.1. Register 2001 uitleg - nieuw status word Omschrijving Uitleg Regelaar OK Bit 0 = 1 wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fouten zijn Motor draait (RUN) Bit 1 = 1 wanneer de motor draait Getripped Bit 2 = 1 wanneer de regelaar een foutmelding geeft Standby Bit 3 = 1 wanneer de regelaar in standby staat Fire Mode...
Het SDO-kanaal van de Optidrive E3 ondersteunt “expedited transmission”. D e Optidrive E3 ondersteunt maximaal 2 berichten met procesgegevens (Process Data Object; PDO). Alle PDO's zijn vooraf toegewezen; PDO2 is echter standaard uitgeschakeld. De onderstaande tabel geeft informatie over de standaard PDO- toewijzing.
Pagina 50
Index Subindex Functie Toegang Type PDO map Standaardwaarde Identity Object No. Of entries Leverancier-ID 0x0000031A 1018h Productcode Afhankelijk van vermogen Revisienummer x.xx Serienummer Afhankelijk van vermogen SDO Parameter No. Of entries 1200h COB-ID Client -> Server (RX) 00000600h+Node ID COB-ID Server -> Client (TX) 00000580h+Node ID RX PDO1 comms param.
9.2. Aanvullende informatie met betrekking tot CAN, Modbus of beide 9.2.1 Drive Control Word Format Hoge byte Lage byte Bit 0: Commando start/stop: Stel in op 1 om de frequentieregelaar in te schakelen. Stel in op 0 om de frequentieregelaar uit te schakelen. Bit 1: Signaal voor snelle stop.
2000 m. Derating noodzakelijk boven de 1000 m: 2,5%/100 m Maximale luchtvochtigheid 95%, zonder condensatie Omgevingscondities Optidrive E3 IP66 frequentieregelaars zijn ontworpen om te kunnen werken in 3S3 / 3C3-omgevingen in overeenstemming met IEC 60721-3-3. 10.2. Technische gegevens Bouw- Ingangs-...
J. Eisen mechanische installatie Alle Optidrive E3-apparaten zijn bedoeld voor installatie in gecontroleerde omgevingen die voldoen aan de voorwaarden die zijn vermeld in hoofdstuk 10. 1 . Omgevingseisen. De frequentieregelaar kan worden gebruikt binnen een omgevingstemperatuurbereik zoals vermeld in hoofdstuk 10. 1 . Omgevingseisen.
11. Storing zoeken 11.1. Foutmeldingen Fout- Nr. Omschrijving Oplossing melding nF Geen storing N.v.t. Overstroom interne remchopper Controleer de toestand van de externe remweerstand en de bedrading. r Overbelasting remweerstand De regelaar geeft een fout om de remweerstand te beschermen. Er is teveel remenergie in de weerstand gestopt.
11.2 Een fout herstellen Wanneer de frequentieregelaar uitschakelt en een foutmelding wordt weergegeven, kan deze op een van de volgende manieren worden gereset: Verwijder de voedingsspanning volledig en wacht tot de regelaar volledig is uitgeschakeld. Schakel de stroom opnieuw in. Verwijder en geef opnieuw een vrijgave/start commando.
12. Energie-efficiëntie classificaties Scan de QR-code of ga naar www.invertekdrives.com/ecodesign voor meer informatie over de Ecodesign richtlijnen en voor specifieke product efficiëntie classificaties en verliesgegevens bij deellast in overeenstemming met IEC 61800-9-2: 2017. 56 | Optidrive ODE-3 IP66 Outdoor handleiding | Versie 1.23 www.invertekdrives.com...