4.10.1. Analoge uitgang
De functie van de analoge uitgang kan worden geconfigureerd met de parameter P-25. Zie voor meer informatie hoofdstuk 6.2.
Parameterlijst op blz. 23.
De uitgang heeft twee bedrijfsmodi, afhankelijk van de parameterkeuze:
A naloge modus
o De uitgang is 0 – 10 V DC, met een maximale belastingsstroom van 20 mA.
D igitale modus
o De uitgang stuurt 24 V DC uit, met een maximale belastingsstroom van 20 mA.
4.10.2. Relaisuitgang
De functionaliteit van de relaisuitgang kan worden geconfigureerd met de parameter P-18. Zie voor meer informatie hoofdstuk 6.2.
Parameterlijst op blz. 23.
4.10.3. Analoge ingangen
Er zijn twee analoge ingangen aanwezig, die indien nodig ook als digitale ingangen kunnen worden gebruikt. De signaalformaten
kunnen met de volgende parameters worden ingesteld:
P arameter P-16 : formaat van analoge ingang 1 (klem 6).
P arameter P-47 : formaat van analoge ingang 2 (klem 4).
Deze parameters worden nader beschreven in hoofdstuk 6.3.3 In- en uitgangsfuncties op blz. 28.
Aansluiting lokale
potentiometer - AI1
2-draads meetopnemer
of loop powered
meetopnemer
+
-
24V DC
sensor
0/4-20 mA
De functie van de analoge ingang, bijv. voor snelheidsreferentie of PID-terugkoppeling, wordt bepaald door parameter P-15. De
functies van deze parameters en de beschikbare opties worden beschreven in hoofdstuk 7. Macroconfiguratie van analoge en
digitale ingangen op blz. 40.
www.invertekdrives.com
2-draads analoog
spanning- of
stroomsignaal
0-10 V
+
-
10-0 V
0/4-20 mA
V/A
20-4 mA
3-draads meetopnemer
+
-
24V DC
sensor
0/4-20 mA
Versie 1.23 | Optidrive ODE-3 IP66 Outdoor handleiding | 17
4