Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameterfuncties; Basisfuncties Typeplaatje Motor (Relevante Parameters); Koppelboost Bij Lage Frequentie (Relevante Parameters); Afhankelijk Van Vermogen - Invertek Drives OPTIDRIVE E3 Gebruikershandleiding

Gebruiksvriendelijke allround frequentieregelaar
Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIDRIVE E3:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.3. Parameterfuncties

In de volgende secties worden de parameters nader beschreven die relevant zijn voor bepaalde functies van de frequentieregelaar.
De parameters zijn aan de hand van functie gegroepeerd.
6.3.1. Basisfuncties
Typeplaatje motor (relevante parameters)
Par.
Omschrijving
P-07
Nominale motorspanning/ "back EMF"
Bij inductiemotoren moet deze parameter worden ingesteld op de nominale motorspanning (typeplaatje) van de motor.
Voor motoren met permanente magneten of borstelloze gelijkstroommotoren moet deze worden ingesteld op de opgewekte spanning
(back EMF) bij nominale snelheid.
P-08
Nominale motorstroom
Deze parameter moet worden ingesteld op de nominale motorstroom (typeplaatje) van de motor.
P-09
Nominale motorfrequentie
Deze parameter moet worden ingesteld op de nominale motorfrequentie (typeplaatje) van de motor.
Bij het inbedrijfstellen van de frequentieregelaar is het noodzakelijk om bepaalde informatie over de motor in de frequentieregelaar
in te voeren om ervoor te zorgen dat de frequentieregelaar is geoptimaliseerd om de aangesloten motor aan te sturen en bovendien
om schade aan de motor te voorkomen.
Voor standaard inductiemotoren worden de parameters hieronder vermeld. Raadpleeg voor alternatieve motortypen de relevante
hoofdstukken voor elk motortype.
Weergave in rpm (relevante parameters)
Par.
Omschrijving
P-10
Nominale motorsnelheid
Deze parameter moet worden ingesteld op de nominale motorsnelheid (typeplaatje) van de motor. Als de standaardwaarde nul is
ingesteld, worden alle toerentalgerelateerde parameters in Hz weergegeven en wordt de slipcompensatie (waarbij het motortoerental
ongeacht de belasting constant wordt gehouden) voor de motor uitgeschakeld. Door de waarde van het motortypeplaatje in te
voeren, wordt de slipcompensatiefunctie geactiveerd en is op het Optidrive-display het motortoerental nu in rpm af te lezen. Alle
snelheidsgerelateerde parameters, zoals minimum- en maximumsnelheid, voorkeuzesnelheden, enz. worden ook weergegeven in rpm.
LET OP Als de waarde van P-09 wordt gewijzigd, wordt de waarde van P-10 teruggezet naar 0.
De Optidrive E3 gebruikt normaal gesproken de frequentie voor alle snelheidsgerelateerde parameters, bijv. minimale en maximale
uitgangsfrequentie. Het is ook mogelijk om direct met rpm te werken door de bovenstaande parameter in te stellen op het relevante
nominale motorsnelheid dat op het typeplaatje van de aangesloten motor wordt vermeld.

Koppelboost bij lage frequentie (relevante parameters)

Par.
Omschrijving
P-11
Koppelboost bij lage frequentie
Het koppel bij lage frequenties kan verhoogd worden met deze parameter. Een te hoge boost kan echter leiden tot een hoge
motorstroom en een verhoogd risico op uitschakeling door overbelasting van de motor (zie hoofdstuk 1 1. 1 . Foutmeldingen).
De werking van deze parameter is afhankelijk van parameter P-51 (motor control mode):
P-51
P-11
0
0
Boost wordt automatisch berekend aan de hand van de autotune-gegevens.
>0
Spanningsboost = P-1 1 x P-07. Deze spanning wordt toegepast bij 0,0 Hz en wordt lineair wordt verlaagd tot P-09/2.
1
Alle
Spanningsboost = P-1 1 x P-07. Deze spanning wordt toegepast bij 0,0 Hz en wordt lineair wordt verlaagd tot P-09/2.
2, 3, 4
Alle
Stroomboost = 4*P-1 1*P-08.
Voor inductiemotoren kan bij P-51 = 0 of 1 meestal een geschikte instelling worden gevonden door de motor met een zeer lage of zonder
belasting bij ca. 5 Hz te laten draaien en P-1 1 zo in te stellen tot de motorstroom ongeveer gelijk is aan de magnetisatiestroom (indien
bekend) of in het hieronder weergegeven bereik is.
Bouwgrootte 1: 60 – 80% van de nominale motorstroom.
Bouwgrootte 2: 50 – 60% van de nominale motorstroom.
Bouwgrootte 3: 40 – 50% van de nominale motorstroom.
Bouwgrootte 4: 35 – 45% van de nominale motorstroom.
www.invertekdrives.com
Minimaal
Maximaal
0
250 / 500
Vermogen afhankelijk
10
500
Minimaal
Maximaal
0
30000
Minimaal
Maximaal
0.0

Afhankelijk van vermogen

Versie 1.23 | Optidrive ODE-3 IP66 Outdoor handleiding | 25
Standaard
Eenheid
230 / 400
V
A
50 (60)
Hz
Standaard
Eenheid
0
RPM
Standaard
Eenheid
%
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave