Bij langdurig gebruik en/of een verandering in de toestand van de patiënt kan het nodig zijn om de positie van de sensor regelmatig te
veranderen. Verander de sensor van plaats en controleer de integriteit van de huid, de bloedsomloop en de correcte uitlijning van de
sensor ten minste om de vier uur.
WAARSCHUWING
Incorrect geplaatste oximetriesensoren of beschadigde kabels kunnen leiden tot onnauwkeurige meetwaarden. Het gebruik
van een beschadigde oximetriesensor kan onnauwkeurige meetwaarden veroorzaken, en mogelijk leiden tot letsel of
overlijden van de patiënt. Controleer elke oximetriesensor voor gebruik.
Gebruik een oximetriesensor niet als hij beschadigd lijkt. Gebruik in dat geval een andere oximetriesensor, of neem contact
op met uw bevoegde reparatiecentrum voor assistentie.
Gebruik enkel oximetriesensoren van MIR, die meegeleverd werden bij, of specifiek bedoeld zijn voor gebruik met, de
Spirobank II. Het gebruik van oximetriesensoren die niet bedoeld zijn voor gebruik met de Spirobank II, kan onnauwkeurige
meetwaarden veroorzaken.
Oximetriemetingen kunnen onnauwkeurig zijn bij sterk omgevingslicht. Scherm de sensorzone af indien nodig (bijvoorbeeld
met een operatiedoek).
WAARSCHUWING
Kleurstoffen in de bloedbaan (om diagnostische tests uit te voeren bijvoorbeeld) zoals methyleenblauw, indocyaangroen,
indigokarmijn, patentblauw V (PBV) of fluoresceïne kunnen een nadelige invloed hebben op de nauwkeurigheid van de
oximetriemeting.
Elke omstandigheid die de bloedstroom beperkt, zoals het gebruik van een bloeddrukmanchet of een toestel voor systemische
vaatweerstand, kan ertoe leiden dat het toestel niet in staat is een accurate polsslag en SpO2-meetwaarden te verschaffen.
Verwijder nagellak en/of valse nagels voor u de SpO2-sensoren op de vinger plaatst. Beide kunnen immers leiden tot
onnauwkeurige oximetriemetingen.
Hoge niveaus van dysfunctionele hemoglobinen, zoals carboxyhemoglobine of methemoglobine, kunnen de nauwkeurigheid
van de oximetriemeting negatief beïnvloeden.
Optische overspraak kan plaatsvinden wanneer twee of meer sensoren dicht bij elkaar geplaatst worden. Optische overspraak
kan de nauwkeurigheid van de oximetriemetingen nadelig beïnvloeden. Dit probleem kan vermeden worden door elke plaats
te bedekken met een ondoorschijnend materiaal.
Obstructies of vuil op de zender en/of de detector van de sensor kunnen de sensor verstoren of onnauwkeurige meetwaarden
veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen obstructies zijn en dat de sensor schoon is.
Sterilisatie in een autoclaaf of met ethyleenoxide kan de sensor beschadigen. Probeer niet de sensor te steriliseren.
Koppel de sensor los van de Spirobank II vooraleer u hem schoonmaakt of desinfecteert, om schade aan de sensor of het
toestel te voorkomen en om veiligheidsrisico's voor de gebruiker te vermijden.
1.2.5
USB-verbindingskabel
Onjuist gebruik of gebruik van de USB-kabel kan leiden tot onnauwkeurige metingen, zoals het terugbrengen van ernstige onjuiste
waarden naar de status van de patiënt. Controleer elke kabel zorgvuldig voor gebruik.
Ebruik geen kabels die eruit zien of beschadigd zijn. Neem contact op met de lokale distributeur die het instrument heeft geleverd als
een intacte kabel nodig is.
Gebruik alleen kabels geleverd door MIR, specifiek bedoeld voor gebruik met Spirobank II. Gebruik van andere kabels kan
onnauwkeurige metingen veroorzaken.
1.2.6
Toestel
WAARSCHUWING
Het onderhoud, dat gedetailleerd wordt beschreven in deze handleiding, moet volledig en nauwkeurig uitgevoerd worden.
Indien deze instructies niet gevolgd worden, kan dit resulteren in foutieve metingen en/of een incorrecte interpretatie van de
test.
Wijzig deze uitrusting niet zonder de toestemming van de fabrikant.
Alle eventuele wijzigingen, aanpassingen, reparaties of configuraties moeten gebeuren door de fabrikant of door personeel
dat daarvoor de bevoegdheid heeft gekregen van de fabrikant. Tracht nooit het toestel zelf te repareren. De instelling van
configureerbare parameters mag enkel gebeuren door gekwalificeerd personeel. Een incorrecte instelling van de parameters
brengt echter de gezondheid van de patiënt op geen enkele manier in gevaar.
Zoals vermeld in de technische beschrijving, zal de fabrikant circuitdiagrammen, onderdelenlijsten, beschrijvingen en
kalibratie-instructies verschaffen om het servicepersoneel te helpen bij de reparatie van de onderdelen.
Rev.1.6
Spirobank II
gebruikershandleiding
Page 7 of 36