FOUT IN Vext en PEFT
Als het geëxtrapoleerde volume Vext groter is dan 500 mL of meer dan 5% van de FVC bedraagt, of als de PEFT (tijd tot piekstroom)
groter is dan 200 ms, dan wordt dit bericht getoond:
FET-FOUT
Als de FET minder dan het minimum (6 seconden) bedraagt, wordt dit bericht getoond:
STROOM-FOUT
Als het laatste punt van de F/V
getoond:
Tussen de tests controleert de Spirobank II de herhaalbaarheid van de volgende parameters:
Als FVC > 1,0 L, dan:
FEV1
herhaalbaar wanneer het verschil tussen de twee grootste FEV1-waarden ≤ 150 mL;
FVC
herhaalbaar wanneer het verschil tussen de twee grootste FVC-waarden ≤ 150 mL;
als FVC ≤ 1,0 L, dan:
FEV1
herhaalbaar wanneer het verschil tussen de twee grootste FEV1-waarden ≤ 100 mL;
FVC
herhaalbaar wanneer het verschil tussen de twee grootste FVC-waarden ≤ 100 mL;
2.11
Oximetrietests
WAARSCHUWING
Controleer of de oximetriefunctie beschikbaar is in het toestel. Bij sommige modellen is deze functie immers optioneel. Dit
is niet beschikbaar in de BASIC versie.
WAARSCHUWING
De oximetriesensor die besproken wordt in de handleiding, is slechts een van verschillende types sensoren die gebruikt
kunnen worden. De lijst vindt u in paragraaf 2.2.4. MIR beveelt geen specifieke sensor aan. De arts kan zelf beslissen welke
sensor volgens hem/haar het meest geschikt is.
Tijdens een oximetrietest kan de Spirobank II niet uitgeschakeld worden. Om het toestel uit te schakelen, moet de
oximetrietest eerst stopgezet worden. Dit werd zo ingesteld om ongewenste onderbrekingen te vermijden, die immers de
accuraatheid van de gegevens kunnen compromitteren.
Voor de niet-invasieve meting van de SpO
wordt aanbevolen voor patiënten die meer wegen dan 20 kg en stil blijven tijdens het testen. Voor de 6-minutenwandeltest worden er
andere types sensoren aanbevolen, die minder beïnvloed worden door bewegingen van de hand.
Om een oximetrietest uit te voeren:
•
Verbind de sensor met het toestel: steek de connector erin met de pijl (die
op de connector gedrukt is) naar boven, zoals op de afbeelding:
• Kies een plek met een hoge perfusie, die gemakkelijk aangepast kan
worden aan de sensor.
•
Steek de vinger in de sensor tot hij het einde van de sonde raakt. Zorg
ervoor dat de onderkant van de vinger de sensor volledig bedekt. Als de
vinger niet correct in de sensor geplaatst kan worden, probeer het dan
met een andere vinger.
•
Plaats de sensor zo dat het snoer op de rug van de hand rust. Dit zorgt
ervoor dat de lichtbron op de kant van de nagel rust, en de lezer onderaan
de hand.
Rev.1.6
Herhaal test en blaas sneller
Onvoldoende uitademingstijd < 6s
-curve groter is dan 200 mL/s, betekent dit dat de uitademing niet volledig was, en wordt dit bericht
[l23]
Blaas alle lucht uit de longen
zuurstofsaturatie en de hartslag gebruikt u best de herbruikbare vingersensor. Deze sensor
2
Spirobank II
gebruikershandleiding
Page 29 of 36