Definitie:
Desaturatiegebeurtenis De saturatie (SpO2)
Totale hartslagvariatie
Parameters voor de oximetrietest:
Symbool
Beschrijving
%SpO2 min
Minimale SPO2 tijdens de test
%SpO2 max
Maximale SPO2 tijdens de test
BPM min
Minimumaantal hartslagen per minuut tijdens de test
BPM max
Maximumaantal hartslagen per minuut tijdens de test
%SPO2 mean
Gemiddelde SPO2
BPM mean
Gemiddeld aantal hartslagen per minuut
T Total
Totale testtijd
T Analysis
Totale meettijd (testtijd zonder de nullen
T<90%
Tijd waarin SPO2 lager is dan 90%
T<89%
Tijd waarin SPO2 lager is dan 89%
T<88%
Tijd waarin SPO2 lager is dan 88%
T<87%
Tijd waarin SPO2 lager is dan 87%
Ev%SPO2<89
SpO2 daalt onder 89% voor ten minste 20 seconden
T<40BPM
Testtijd waarbij hartslag < 40 slagen per minuut
T>120BPM
Testtijd waarbij hartslag > 120 slagen per minuut
T89%
Tijd waarin SpO2 <89% voor een ononderbroken periode van ten minste 5 minuten
Tijd waarin SpO2 <90% voor een ononderbroken periode van ten minste 5 minuten maar minstens
T90%
<86% bedraagt (Nadir)
Meetmethode:
Meetbereik %SpO
:
2
SpO
-resolutie
2
%SpO
-accuraatheid:
2
Gemiddeld aantal hartslagen voor het %SpO
Meetbereik hartslag:
Hartslagresolutie
Accuraatheid hartslag:
Gemiddelde interval voor de berekening van de hartslag:
Indicatie signaalkwaliteit:
Golflengten en maximaal optisch uitgangsvermogengemiddelde van de
oximetriesensoren (919024, 919020)
Golflengtes en optisch uitgangsvermogen van oximetriesensoren
(Envitec-sensoren)
** Deze informatie kan nuttig zijn voor de arts.
1.6.3
Beschrijving oximetrie-alarmen
Spirobank II is uitgerust met geluidsalarmen en visuele alarmindicators om de operator te waarschuwen dat de patiënt onmiddellijk
aandacht nodig heeft of dat het apparaat afwijkende condities vertoont. Spirobank II detecteert zowel patiënt- als apparatuuralarmen.
Zowel de patiëntalarmen als de apparatuuralarmen worden geïdentificeerd als zijnde van
de norm IEC 60601-1-8.
Alarmen van middelhoge prioriteit
middelhoge prioriteit
Alarmen van
Geluidsalarmen met middelhoge prioriteit bestaan uit drie pieptonen.
De beoogde positie van de operator om een visueel alarmsignaal correct waar te kunnen nemen is 1 meter.
Alarmoverzicht
Spirobank II detecteert zowel patiënt- als apparatuuralarmen. Alarmindicators blijven actief zo lang de alarmconditie aanwezig is.
WAARSCHUWING
Controleer alle alarminstellingen en -limieten voordat de oximetrietest begint, om er zeker van te zijn dat deze zijn ingesteld
zoals bedoeld.
Instellen van ALARMLIMIETEN op extreme waarden kan het ALARMSYSTEEM nutteloos maken.
Er kan gevaar optreden als verschillende voorinstellingen worden gebruikt op meerdere apparaten in één
Rev.1.6
daalt 4% in een beperkte periode van 8-40 sec., en stijgt daarna 2% binnen
[l9]
een totale periode van 150 sec.
De hartslag stijgt 10 BPM in een beperkte periode van 8-40 sec., en daalt daarna 8 BPM binnen
een totale periode van 150 sec.
-berekening:
2
signaleren mogelijke problemen met de apparatuur of andere niet-levensbedreigende situaties.
)
[l10]
Rood- en infraroodabsorptie
0 – 99% (met verhogingen van 1%)
1%
2% tussen 70-100% SpO2
8 slagen
30 – 300 BPM (met verhogingen per 1 BPM)
1 BPM
2 BPM of 2%, het hoogste cijfer van de twee
8 seconden
0 - 8 segmenten op het display
Rood licht: 660 nm, 2,0 mW (**)
Infrarood licht: 905 nm, 2,4 mW (**)
Rood licht: 660 nm, 3,5 - 4,5 mW (**)
Infrarood licht: 905 nm, 3.5-4.5 mW (**)
gebruikershandleiding
middelhoge prioriteit
, zoals gedefinieerd in
behandelruimte.
Page 15 of 36
Spirobank II
Eenheden
%
%
BPM
BPM
%
BPM
uu:mm:ss
uu:mm:ss
%-uu:mm:ss
%-uu:mm:ss
%-uu:mm:ss
%-uu:mm:ss
/
%-uu:mm:ss
%-uu:mm:ss
uu:mm:ss
uu:mm:ss