De Spirobank II kan ook aangesloten worden op een pc (of een ander computersysteem) om het instrument te configureren. Alle
spirometrietestgegevens, inclusief de gegevens van de betreffende patiënt die opgeslagen zijn in het toestel, kunnen overgezet worden
van het toestel naar de pc en vervolgens op de pc bekeken worden (stroom-volumecurves, spirometrieparameters, plus optionele
oximetrieparameters).
De verbinding met winspiroPRO kan gemaakt worden via een USB-aansluiting.
De Spirobank II kan FVC, VC & IVC, MVV en het ademhalingsprofiel testen, en berekent een index van de toelaatbaarheid van de
test (kwaliteitscontrole) plus de reproduceerbaarheid van de uitgevoerde spirometrietest. De automatische testinterpretatie volgt de
laatste ATS-classificatie (American Thoracic Society) van 11 niveaus
kunnen altijd opnieuw bekeken worden. De normale (voorspelde) waarden kunnen geselecteerd worden uit diverse 'normale sets'. Zo
gebruiken de meeste artsen in de Europese Unie bijvoorbeeld de voorspelde waarden van de ERS (European Respiratory Society).
Oximetriefunctie (op verzoek)
De oximetriesensor heeft twee leds, een die zichtbaar licht uitstraalt, en een die infraroodlicht uitstraalt. Beide lichtstralen gaan door de
vinger en worden door de ontvanger 'gelezen'. Wanneer deze stralen door de vinger gaan, wordt een gedeelte van de lichtstraal
geabsorbeerd door het bloed en het zachte weefsel, afhankelijk van de hemoglobineconcentratie. De hoeveelheid geabsorbeerd licht, op
elke frequentie, hangt af van de mate van oxygenatie van de hemoglobine in het zachte weefsel.
Dit meetprincipe is gegarandeerd accuraat en reproduceerbaar en vereist geen regelmatige kalibratie.
De oximetriesensor kan gedesinfecteerd worden met isopropylalcohol.
1.6
Technische specificaties
Hierna volgt een uitgebreide beschrijving van de belangrijkste kenmerken van het toestel, van de turbine die de stroom en het volume
meet, en van de oximetriesensor:
1.6.1
Kenmerken van de spirometer
Dit apparaat voldoet aan de vereisten van de volgende norm:
•
ATS: Standaardisatie van spirometrie 2005, 2019-update
•
ISO 23747: 2015
•
ISO 26782: 2009
Gemeten parameters:
Symbool
*FVC
*FEV1
*PEF
FVC
FEV1
FEV1/FVC FEV1/FVC x 100
FEV1/VC
PEF
T-PEF
FEF2575
FEF7585
FEF25
FEF50
FEF75
FEV05
FEV05%
FEV075
FEV075%
FEV2
FEV2%
FEV3
FEV3/FVC FEV3/FVC x 100
FEV6
FEV6%
FET
EVol
FIVC
FIV1
FIV1/FIVC FIV 1%
PIF
FIF25
FIF50
FIF75
Rev.1.6
Beschrijving
Beste FVC
Beste FEV1
Beste PEF
Geforceerde vitale capaciteit
Volume uitgeademd in de 1ste seconde van de test
FEV1 / beste tussen EVC en IVC x 100
Expiratoire piekstroom
Tijd nodig om 90% van de PEF uit te voeren
Gemiddelde stroom tussen 25% en 75% van de FVC
Gemiddelde stroom tussen 75% en 85% van de FVC
Geforceerde expiratiestroom op 25% van de FVC
Geforceerde expiratiestroom op 50% van de FVC
Geforceerde expiratiestroom op 75% van de FVC
Volume uitgeademd na 0,5 seconden
FEV05/FVC x 100
Volume uitgeademd na 0,75 seconden
FEV075/FVC x 100
Volume uitgeademd in de eerste 2 seconden van de test
FEV2/FVC x 100
Volume uitgeademd in de eerste 3 seconden van de test
Volume uitgeademd in de eerste 6 seconden van de test
FEV1/FEV6 x 100
Geforceerde expiratietijd
Geëxtrapoleerd volume
Geforceerd inspiratievolume
Volume ingeademd in de 1ste seconde van de test
Inspiratoire piekstroom
Maximale stroom op 25% van de FIVC
Maximale stroom op 50% van de FIVC
Maximale stroom op 75% van de FIVC
. Elke test kan indien nodig herhaald worden. De beste parameters
[l8]
Eenheid
L
L
L/s
L
L
%
%
L/s
s
L/s
L/s
L/s
L/s
L/s
L
%
L
%
L
%
L
%
L
%
s
mL
L
L
%
L/s
L/s
L/s
L/s
Spirobank II
gebruikershandleiding
Page 13 of 36