Inhoudsopgave
Advertenties
T
TDIAG: Een Toshiba-diagnoseprogramma voor het testen en configureren
teken: Elke letter en elk cijfer, leesteken of symbool waarvan de computer
terminal: Een toetsenbord (zoals dat van een schrijfmachine) en een
toepassing: Een computerprogramma dat voor een specifieke taak wordt
toetsenbord: Een invoerapparaat met schakelaars die worden
toewijzen: Een ruimte of functie toekennen aan een specifieke taak.
TTL: Transistor-Transistor Logic. Een logisch circuit dat transistors
U
uitvoer: De resultaten van een computerbewerking. Deze term duidt
uitvoeren: Een instructie interpreteren en ten uitvoer brengen.
USB: Universal Serial Bus. Een in 1997 geïntroduceerde methode om
Gebruikershandleiding
van de systeembronnen van de computer.
gebruik maakt. Synoniem met byte.
CRT-beeldscherm die op de computer zijn aangesloten voor
gegevensinvoer/-uitvoer.
gebruikt, bijvoorbeeld boekhouding, financiële planning,
spreadsheets, tekstverwerking en spelletjes.
geactiveerd door het indrukken van toetsen met opschriften. Elke
toetsaanslag activeert een schakelaar die een specifieke code naar
de computer zendt. De code die via een toets wordt verzonden,
vertegenwoordigt het teken dat op deze toets is aangegeven.
gebruikt voor gates en opslag.
meestal op gegevens die 1) op papier zijn afgedrukt, 2) op een
beeldscherm worden weergegeven, 3) via de seriële poort of
interne modem worden verzonden, of 4) op een magnetisch
opslagmedium zijn vastgelegd.
maximaal 127 apparaten op één connector aan te sluiten. Deze
methode is aanzienlijk gemakkelijker te gebruiken en beter
betrouwbaar dan eerdere uitbreidingsmethoden.
Woordenlijst 13
Advertenties
Inhoudsopgave
