Algemene controlepunten
Neem eerst de simpelste oplossing in overweging. De punten in deze lijst
zijn eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan
schijnbaar ernstige problemen.
Voordat u de computer inschakelt, dient u alle randapparaten aan te
zetten; dat wil zeggen uw printer en alle andere externe apparaten die
u gebruikt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het
nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer
weer inschakelt.
Zorg dat alle opties correct zijn ingesteld in het Setup-programma.
Controleer alle kabels. Zijn ze correct en stevig aangesloten? Losse
kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
Inspecteer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pennen.
Controleer of uw diskette, CD-ROM of DVD-ROM correct in het station
is geplaatst en of het schrijfbeveiligingsschuifje van de diskette in de
juiste stand is gezet.
Maak notities van uw waarnemingen in een permanent foutenlogboek. Met
behulp van deze notitities kunt u problemen aan uw dealer beschrijven en
kunt u problemen die al eerder zijn opgetreden, sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft het systeem aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Stel uzelf bij het oplossen van problemen
de volgende vragen:
Welk deel van het systeem werkt niet naar behoren: toetsenbord,
diskettestations, vaste schijf, printer, beeldscherm? De symptomen die
u waarneemt, geven aan om welk apparaat het gaat.
Is het besturingssysteem correct geconfigureerd? Controleer de
configuratie-opties.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in
willekeurige volgorde? Maak een afdruk van het scherm als er een
printer is aangesloten. Zoek de berichten op in de documentatie bij de
software en het besturingssysteem. Controleer of alle kabels correct
zijn aangesloten en goed vastzitten. Losse kabels kunnen foutieve of
onderbroken signalen veroorzaken.
Branden er LED's? Welke? Welke kleur hebben ze? Branden ze
ononderbroken of knipperen ze? Noteer wat u ziet.
Hoort u pieptonen? Hoeveel? Zijn ze lang of kort? Zijn het hoge of lage
pieptonen? Maakt de computer ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Registreer uw waarnemingen, zodat u ze aan uw dealer kunt beschrijven.
9-2 Problemen oplossen
Gebruikershandleiding