RUITENWISSERBLADEN: vervangen (1/2)
1
3
2
Ruitenwisserblad voor 1
Duw met het contact aan en de motor uit
de schakelaar van de ruitenwissers hele-
maal naar beneden: de bladen stoppen in
een stand waarbij de motorkap vrij is.
Til de ruitenwisserarm 3 op, druk op het
lipje 2 en duw het blad tot het loskomt.
5.30
Bij het monteren
Schuif het blad op de arm tot het vastklemt.
Controleer de vergrendeling. Laat de arm
van het ruitenwisserblad voorzichtig zakken.
Zet met het contact aan de schakelaar van
de ruitenwisser in ruststand.
NB: voordat u uw auto start, moet u de rui-
tenwisserbladen tot op de voorruit laten
zakken om schade aan de motorkap of de
ruitenwisser te vermijden.
Gebruik de ruitenwisser niet op een
droge ruit, dit zorgt ervoor dat de bladen
verslijten of beschadigd raken.
– Controleer als het vriest voor-
dat u wegrijdt of de ruitenwis-
serbladen niet aan de ruit zijn
vastgevroren. De wissermotor
kan hierdoor te warm worden of de
bladen kunnen beschadigd raken.
– Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt moet u
ze vervangen, ongeveer eens per
jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.