DODEHOEKWAARSCHUWING
B
C
D
Indicator 4
Op elke spiegel 5 bevindt zich een indica-
tor 4.
NB: reinig de spiegels regelmatig 5 zodat de
indicatoren 4 zichtbaar blijven.
(3/4)
4
4
1
5
Werking
Deze functie schakelt in:
– als de auto tussen 30 km/u en 140 km/u
rijdt;
– als er zich een auto in de dodehoekzone
bevindt die zich in dezelfde richting ver-
plaatst als uw auto.
Als de auto een andere auto inhaalt, wordt
de indicator 4 enkel ingeschakeld als de in-
gehaalde auto zich langer dan een seconde
in de dode hoek bevindt.
Display B
De functie is ingeschakeld en detecteert
geen enkele andere auto.
Display C
Eerste waarschuwing: de indicator 4 geeft
aan dat er zich een auto in de dode hoek
bevindt.
Display D
De richtingaanwijzer is ingeschakeld, de in-
dicator 4 knippert wanneer de functie een
auto detecteert in de dodehoekzone van de
richting waarin u het stuur draait. Als u de
richtingaanwijzer uitschakelt, schakelt de in-
dicator terug naar de eerste waarschuwing
(display C).
NB: de detectiecapaciteit van het sys-
teem volgt een standaardrijvakbreedte
en als u op een smal rijvak rijdt, kan het
auto's op een ander rijvak detecteren.
2.49