AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING
Kringloop
Deze functie wordt automatisch geregeld
(de inschakeling wordt bevestigd door de
indicator D), maar u kunt ze ook handmatig
inschakelen.
N.B.
– in de kringloopstand wordt de lucht aan-
gevoerd vanuit de auto en zonder bijmen-
ging van buitenlucht teruggevoerd in het
interieur van de auto.
– de lucht circuleert in de auto zonder bij-
menging van buitenlucht (als het buiten
stinkt);
– voor het snel verlagen van de tempera-
tuur in het interieur.
Het ontwasemen/ontdooien heeft altijd
voorrang boven de luchtkringloop.
3.12
(6/6)
1
Handbediening
Door een druk op de toets 9 wordt de lucht-
kringloop ingeschakeld. Het ingebouwde
controlelampje gaat dan branden en de in-
dicator D gaat uit.
Bij langdurig gebruik van deze stand kunnen
de ruiten aan de binnenkant beslaan of weer
aanvriezen. Ook zal het in de auto, door
gebrek aan frisse lucht, kunnen gaan stin-
ken.
Het wordt daarom aangeraden om terug te
gaan naar de automatische werkingsstand
door op de toets 9 te drukken zodra de lucht-
kringloop niet langer nodig is.
D
7
6
9
Uitschakelen van het systeem
Om het systeem te stoppen, drukt u op de
toets 1 OFF (het ingebouwde controle-
lampje licht op) of vermindert u, afhankelijk
van de auto, de ventilatie tot het minimum
door zo vaak als nodig op de toets 6, aange-
duid met OFF, te drukken.
Druk om het systeem te starten op de
knop 7.