AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal
ingedrukt en zet u de selecteurhendel in
stand P (parkeren): de transmissie staat in
neutraal en de voorwielen zijn mechanisch
geblokkeerd.
Zet de handrem vast of, afhankelijk van
de auto, controleer of de automatische
parkeerrem vastgezet is.
Bij het manoeuvreren kan de
auto aan de onderkant ergens
tegenaan rijden (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
trottoir of ander stadsmeubilair) en daar-
door beschadigen (bijvoorbeeld: vervor-
ming van een as, enz.).
Om ieder risico van een ongeluk te voor-
komen, moet u uw auto door een merk-
dealer laten controleren.
2.74
(3/3)
Onderhoudsintervallen
Raadpleeg het onderhoudsdocument voor
uw auto of een geautoriseerde dealer om na
te gaan of periodiek onderhoud noodzakelijk
is voor de automatische transmissie.
Als de transmissie geen onderhoud nodig
heeft, hoeft geen olie te worden bijgevuld.
Bij een storing
– als tijdens het rijden het bericht
"Controleer auto.transmissie" verschijnt
op het instrumentenpaneel, duidt dit op
een defect.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
merkdealer;
– als tijdens het rijden het bericht
"Oververhitting auto.transmissie" ver-
schijnt op het instrumentenpaneel, stop
dan zo snel mogelijk om de versnellings-
bak te laten afkoelen en wacht totdat het
bericht verdwenen is.
– slepen van een auto met een automa-
tische transmissie: raadpleeg de para-
graaf "slepen" in hoofdstuk 5.
4
Indien voor het wegrijden de selecteur-
hendel niet uit P kan worden verplaatst als u
het rempedaal indrukt, dan kunt u de hendel
als volgt met de hand vrijzetten. Steek daar-
voor een gereedschap (onbuigzame stang)
in de gleuf 4 om de hendel te ontgrendelen.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Om veiligheidsredenen mag u
nooit het contact uitzetten voor-
dat de auto compleet stilstaat.