Instellingen
8
Instellingen
8.1
Werkdiepte
Voor exacte instelling van de werkdiepte zijn de
kouters (tanden) en schijfsegmenten op de
machine onafhankelijk van elkaar in hoogte
verstelbaar. Door verplaatsen en/of verdraaien
van de excentrische pennen (Fig. 27) kan de
werkdiepte nagenoeg traploos worden ingesteld.
Nadat de excentrische pennen in een hoger of
lager gat (Fig. 27) zijn geplaatst, verandert de
werkdiepte van de tanden of schijven wanneer
de machine weer in de grond wordt gezet.
De fijne-instelling van de werkdiepte gebeurt
door de excentrische pen (Fig. 28) te verdraaien
van positie 1 (diep) tot positie 4 (ondiep).
1. Overslagpen verwijderen.
2. Excentrische pen hoger/lager zetten en/of
verdraaien.
3. Overslagpen bevestigen (Fig. 29/1).
Gevaar!
Gevaar voor beknellen tussen de
excentrische pennen en de
draagarmen!
44
Waarschuwing!
De machine is opgeheven en geborgd tegen onopzettelijk
zakken.
Fig. 27
Fig. 28
Fig. 29
grote werkdiepte
kleine werkdiepte
Cenius BAG 0008.0 03.05