Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken
4
Klik zo nodig hier om meer opties weer te geven.
5
Klik op OK >Toepassen.
Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Scannen naar netwerk in het beginscherm van de scanner aan en volgt u
de aanwijzingen op het display van de scanner.
Pas kopiëren met ADF instellen
Opmerking: Het kan zijn dat een nieuwere versie van deze Gebruikershandleiding een directe koppeling naar de
Beheerdershandleiding van deze toepassing bevat. Om te controleren op updates van deze Gebruikershandleiding,
ga naar
http://support.lexmark.com.
Optie
Tot
Snel en eenvoudig pasjes ter grootte van bankkaarten, zoals uw identiteitskaart en verzekeringspasje, kopiëren
met de automatische documentinvoer (ADF).
U kunt beide zijden van een pasje op een enkele pagina afdrukken, waardoor papier wordt bespaard en de
informatie op de pas op een handigere manier wordt weergegeven.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de scanner in de adresbalk.
Opmerking: Controleer het IP-adres van de scanner op het startscherm van de scanner. Het IP-adres bestaat uit
vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
2
Klik op Instellingen >Toepassingen >Toepassingsbeheer >Pas kopiëren met ADF.
3
Indien nodig kunt u de standaarduitvoeropties wijzigen.
Uitvoeropties selecteren
•
Afdrukuitvoer—Selecteer deze optie om de gescande pas af te drukken.
•
E-mailuitvoer—Selecteer deze optie om de gescande pas te verzenden als bijlage bij een e-mailbericht.
•
Uitvoer naar netwerkshare—Selecteer deze optie om de gescande pas op te slaan naar een gedeelde map in
het netwerk.
•
Bestandsindeling van scan—Geef de uitvoerindeling (TIFF, JPEG, PDF of JPEG) voor de gescande pas aan.
E-mailinstellingen configureren
•
Standaard e-mailadres—Geef op naar welke e-mailbestemming de gescande pas moet worden verzonden.
Gebruik een komma om meerdere e-mailadressen van elkaar te scheiden.
Instellingen van bestemmingsnetwerk configureren
•
Serveradres van bestemming—Typ de naam van de server of het IP-adres van de gedeelde netwerkmap, in de
indeling \\server\share.
•
Domein (optioneel)—Geef het Windows-domein voor de bestemming op als de bestemming zich in een ander
Windows-domein dan dat van de printer bevindt.
•
Gebruikersnaam—Typ de standaardgebruikersnaam waarmee verbinding moet worden gemaakt met de
bestemming.
•
Wachtwoord—Typ het standaard wachtwoord waarmee verbinding moet worden gemaakt met de
bestemming.
25