Informatie over de printermenu's
Optie
Faxen in wachtrij
De modus Faxen in wachtrij
Uit
Altijd aan
Handmatig
Gepland
Wachtschema fax
Perforeren
Uit
Aan
Nieten
Uit
1 nietje
Kleurenfaxen ontvangen inschakelen
Aan
Uit
Faxloginstellingen
Optie
Transmissielog
Log afdrukken
Log niet afdrukken
Alleen afdrukken bij fouten
Foutlog ontvangen faxen
Nooit afdrukken
Afdrukken bij fouten
Automatisch logs afdrukken
Aan
Uit
Papierbron logs
Lade [x]
Universeellader
Weergave logs
Naam station op afstand
Gekozen nummer
Opdrachtlog inschakelen
Aan
Uit
Kieslog inschakelen
Aan
Uit
Tot
Instellen dat de printer ontvangen faxen in de wachtrij kan zetten zodat ze niet worden
afgedrukt totdat u daar toestemming voor geeft. U kunt faxen handmatig uit de wachtrij
halen of op een geplande datum of tijd.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geperforeerd.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Geef op of afdrukken moeten worden geniet.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Hiermee wordt ingesteld dat de printer ontvangen kleurenfaxen met grijswaarden afdrukt.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Tot
Instellen dat na elke faxtaak een transmissielogbestand wordt afgedrukt.
Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling.
Instellen dat een foutenlogbestand wordt afgedrukt.
Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Instellen dat logbestanden voor faxen automatisch worden afgedrukt.
Opmerkingen:
•
Aan is de standaardinstelling.
•
Na 200 faxtaken wordt telkens een log afgedrukt.
Hiermee stelt u de papierbron in voor het afdrukken van logs.
Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling.
Opgeven of op afgedrukte logbestanden het gekozen nummer of de geretourneerde stations- of
faxnaam wordt weergegeven.
Opmerking: "Naam station op afstand" is de standaardinstelling.
Toegang tot het logbestand voor faxtaken inschakelen.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Toegang tot het logbestand voor gekozen faxnummers inschakelen.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
206