Positie
Symbool
afb. 3-2
5
Kamertemperatuursensor
Eronder wordt de actuele kamertempe-
ratuur aangegeven.
6
Status verwarmingscircuit
– Verwarmingscircuit actief (vertrekver-
warmingsfunctie)
– Verwarmingscircuit niet actief (actueel
geen warmtetransport in het verwar-
mingscircuit)
7
Buitenthermometer
Eronder wordt de actuele buitentempe-
ratuur aangegeven.
8
Actuele bedrijfsmodus (zie hfst. 3.4.2)
Standby actief
Nachtverlaging actief
Verwarmen actief
Zomer actief
Automatisch 1 actief
Automatisch 2 actief
9
Warmwaterbereiding actief
Warmwaterbereiding niet actief
10
Status warmwaterverwarmingscircuit
Eronder wordt de actuele boilertempe-
ratuur t
DHW1
Tab. 3-1 Toelichting displaysymbolen
Bij geactiveerde screedfunctie (zie hfst. 3.6.7) wordt in de bo-
venste displayregel het symbool
3.2.2 Bedieningselementen
LET OP!
De bedieningselementen van de regeling nooit
indrukken met een hard, puntig voorwerp. Dit
kan tot beschadiging en foutieve werking van de
regeling leiden.
Als er voor bepaalde functies speciale toetscombinaties of een
langere druk op de toets noodzakelijk is, wordt hierop in de be-
treffende paragraaf van deze handleiding attent gemaakt.
Draaischakelaar
Met de draaischakelaar kunnen vaak nodige functies en instel-
mogelijkheden snel en rechtstreeks geselecteerd worden (hoofd-
bedieningsniveau).
Onafhankelijk van de stand van de draaischakelaar
werkt de Daikin verwarming in de bedrijfsmodus
waarop de schakelaar "Modus"
die door een speciaal programma geactiveerd is.
Daikin RoCon
Daikin Regeling
008.1543999_00 – 03/2017 – NL
Toelichting
aangegeven.
aangegeven.
is ingesteld of
Actie
Draaien
Directe selectie van de aan deze schake-
laarstand toegewezen hoofdbedieningsni-
veau.
Tab. 3-2 Functie van de draaischakelaar
Draaiknop
Met de draaiknop kan er op de betreffende niveaus genavigeerd,
de instelwaarde geselecteerd, gewijzigd en met een korte druk
op de knop de wijziging overgenomen worden.
Actie
Draaien
Naar rechts (+): verstelling omhoog
Naar links (–): verstelling omlaag
Aantikken
Selectie bevestigen, instelling overnemen,
functie uitvoeren.
Tab. 3-3 Functie van de draaiknop
Exit-toets
Met deze toets kan er binnen een menupunt naar de vorige
weergave gesprongen of een functie / invoer geannuleerd
worden.
Met deze toets kan ook de speciale modus (zie hfst. 3.5) opge-
roepen worden.
Actie
Kort aantikken.
– Terugspringen naar de vorige weergave
of naar het vorige niveau of
– annulering van een speciale functie of
van een één keer actief tijdprogramma
Langer dan 5 s
– Speciale modus wordt opgeroepen.
indrukken.
Tab. 3-4 Functies van de Exit-toets
3
x
Bediening
Resultaat
Resultaat
Resultaat
Gebruiksaanwijzing
9