Inhoudsopgave
Advertenties
3
x
Bediening
3.6.2 Verwarmingscurve
Voorzichtig - gevaar voor te sterke
verwarming bij vloerverwarmingen!
Bij storingen of bij manuele warking zou van-
wege te sterke verwarming het vloerverwar-
mingssysteem, de screed of de opbouw van de
vloer beschadigd kunnen raken.
● Voor de eerste inbedrijfstelling moet de
maximum temperatuurbeperking in de
regeling RoCon BF (parameter [Max T-
Flow]) voor het begin van de emissiemeting
op de maximaal toegestane buitentempe-
ratuur worden ingesteld.
Met de stooklijn wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk van de
betreffende buitentemperatuur op de hoedanigheid van het
gebouw aangepast (door het weer geregelde aanvoertempera-
tuurregeling zie hfst. 3.6.3). De de steilheid van de stooklijn be-
schrijft in het algemeen de verhouding van wijziging van aanvoer-
temperatuur tot wijziging van de buitentemperatuur.
De stooklijn geldt binnen de grenzen voor maximum en minimum
temperatuur die voor het betreffende verwarmingscircuit zijn in-
gesteld. Tussen de gemeten kamertemperatuur in het woonge-
deelte en de gewenste kamertemperatuur kunnen er afwijkingen
optreden die door de montage van een kamerthermostaat of een
kamerregelaar kunnen worden beperkt.
De regeling is af fabriek zo ingesteld dat de stooklijn tijdens de
werking niet vanzelf aanpast.
De automatische aanpassing van de stooklijn kan geacti-
veerd worden (parameter [HC Adaption]), als de buitentempe-
ratuur (RoCon OT1) en de kamerregelaar (EHS1570344) aan-
gesloten zijn (zie hfst. 3.6.3).
Startvoorwaarden voor de automatische aanpassing van de
stooklijn:
– Buitentemperatuur < 8 °C
– Bedrijsfmodus is automatisch (I of II)
– Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Als er geen automatische aanpassing van de stooklijn is ge-
activeerd, kan de stooklijn met de hand door verstellen van de
parameter [Stooklijn]) worden ingesteld.
Stooklijn met de hand aanpassen
Voer de correcties van de ingestelde waarden pas na
1-2 dagen en slechts met kleine stappen uit.
● Externe warmtebronnen deactiveren (bijv. houtkachels,
directe zoninstraling, open ramen).
● Aanwezige verwarmingsthermostaten of stelaandrijvingen
geheel openen.
● Bedrijfsmodus "Verwarmen" activeren.
Aanknopingspunten voor de instelling zijn:
– Radiatoren en systeem 70: 1,4 tot 1,6.
– Vloerverwarming: 0,5 tot 0,9.
Gebruiksaanwijzing
22
Configuratie
Inbedrijfneming
Systeemconfiguratie
Configuratie
Systeemconfiguratie
Config. verwarming
Config. WW
Config. verwarming
HC Function
Pomp aan
Afb. 3-16 Handmatige instelling van de stooklijn
T
Buitentemperatuur
A
T
Streefwaarde kamertempera-
R
tuur
Afb. 3-17 Stooklijnen
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden voor deze functie staat in
hfst. 6.2.
Config. verwarming
Accep limit DHW
Stooklijn
Vertrektemp. Dag
Stooklijn
Stooklijn
Stooklijn
T
Aanvoertemperatuur
V
Daikin RoCon
Daikin Regeling
008.1543999_00 – 03/2017 – NL
Advertenties
Inhoudsopgave
