Parameter
HC Adaption
Functie kan alleen bij een aangesloten en aan het verwarmingscircuit toegewezen kamerrege-
laar
worden uitgevoerd:
Uit: Gedeactiveerd
Aan: Geactiveerd = start van een eenmalige automatische stooklijnaanpassing.
Voorwaarden:
- Buitentemperatuur < 8 °C
- Instelling van de bedrijfsmodus: "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
- Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Functie: In het begin van de verlagingstijd wordt de actuele kamertemperatuur als streefwaar-
de boor de volgende 4 uur ingesteld. De stooklijn wordt door de regeling aan de hand van de
aanvoerstreeftemperaturen berekend die noodzakelijk zijn om deze kamertemperatuur op peil
te houden.
Als de automatische stooklijnaanpassing wordt onderbroken, wordt de functie gepauzeerd tot
hij de volgende dag met succes uitgevoerd of beëindigd wordt (instellen van de parameter op
"Uit" of wijzigen van de actuele bedrijfsmodus).
Tijdens de automatische stooklijnaanpassing is de opwarmingsoptimalisatie geblokkeerd.
T-vorstbev
Uit: Geen vorstbeveiliging van het verwarmingscircuit
Anders: Als de buitentemperatuur onder de ingestelde waarde daalt, schakelt het systeem om
naar vorstbeschermingswerking (inschakelen van de pompen). De functie wordt beëindigd als
de buitentemperatuur boven de ingestelde parameterwaarde + 1 K stijgt.
Isolatie
Instelling van de isolatiestandaard van het gebouw. Daardoor worden de gemiddelde buiten-
temperatuur en de automatische aanpassingen van de stooklijn en van de verwarmingstijden
beïnvloed.
Forced Performance Instelling of het verwarmingscircuit op het gedwongen vermogen moet reageren.
Uit: Gedeactiveerd
Aan: Vrijgave van het verwarmingscircuit bij gedwongen vermogen (gedwongen afname / ge-
blokkeerde afname, zie hfst. 6.2.3, tab. 6-3).
Start. T-ext. koelen
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelwerking start. De aansturingslogica voor de
mengermotor wordt weer teruggezet op verwarmingswerking als de buitentemperatuur onder
de ingestelde waarde -1 K daalt.
Max. T-ext. koelen
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de laagste koel-aanvoer-streeftemperatuur (parame-
ter [Max. T-vertr koelen]) resp. de hoogste streefwaarde aan de kamertemperatuur (parameter
[T-Room max Cooling]) wordt ingesteld.
Start T-vertr koelen
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Instelling van de koel-aanvoer-streeftemperatuur bij het starten van de koelwerking (buiten-
temperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen]).
Max. T-vertr koelen
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Instelling van de minimale koel-aanvoer-streeftemperatuur. Die wordt vanaf de buitentempe-
ratuur (parameter [Max. T-ext. koelen]) constant gehouden.
Min. T-vertr koelen
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Instelling van de absolute koel-aanvoer-streeftemperatuur. Beperking werkt als vanuit andere
parameterinstellingen een lagere koel-aanvoer-streeftemperatuur werd bepaald.
T-voorl koel
Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Alleen indien parameter [HC Function] = 1
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur bij een actieve koelwerking.
Corr. setpunt koelen Alleen toepasbaar als de toegewezen verwarming een koelfunctie heeft.
Evenwijdige verschuiving van de koelkarakteristiek met de ingestelde waarde.
Relaistest
Zie hfst. 6.2.2, tab. 6-2.
Screed
Functie voor droging van de zandcementvloer
Uit: Gedeactiveerd
Aan: De aanvoerstreeftemperatuur wordt aan de hand van het Screed program geregeld. De
dag waarop het Screed program wordt geactiveerd, telt bij de draaitijd van het programma niet
mee. De eerste dag begint ´s nachts om 00:00 uur. Op de dag van activering wordt er voor de
overige tijd met de instelling van de eerste programmadag verwarmd (zie hfst. 3.6.7).
Screed Program
Instelling van het afloopprogramma van de verwarmings van de zandcementvloer. Gedurende
maximaal 28 dagen kan er voor iedere dag apart een eigen aanvoerstreeftemperatuur worden
ingesteld. Het einde van het Screed program, wordt door de eerste dag met streefwaardein-
stelling "- - - -" gedefinieerd (zie hfst. 3.6.7).
Tab. 6-18
Parameters op de draaischakelaarstand "Configuratie", niveau "Mixer Config"
Daikin RoCon
Daikin Regeling
008.1543999_00 – 03/2017 – NL
Beschrijving
6
x
Parameterinstellingen
Toegang
Instelbereik
Fabrieksin-
Min / Max
stelling
BE
HF
N
E
Uit
Aan
E
E
Uit,
-5 tot + 5 °C
E
E
Uit
Normaal
laag
Normaal
Goed
Uitstekend
N
E
Uit
Aan
E
E
20 - 45 °C
E
E
20 - 45 °C
E
E
5 - 25 °C
E
E
5 - 25 °C
E
E
5 - 25 °C
E
E
8 - 30 °C
N
E
-5,0 tot +5,0 K
E
E
N
E
Uit
Aan
N
E
10 - 70 °C per
Zie tab. 3-10
verwarmings-
dag
Stap-
pen-
grootte
Uit
-
0 °C
1 °C
-
Aan
-
24 °C
1 °C
35 °C
1 °C
18 °C
1 °C
18 °C
1 °C
8 °C
1 °C
18 °C
1 °C
0,0 K
1 K
-
Uit
-
1 °C
Gebruiksaanwijzing
51