De STB-functie schakelt de brander bij een ontoelaatbaar hoge
keteltemperatuur uit en vergrendeld deze tegen automatisch op-
nieuw inschakelen.
De grenstemperaturen zijn vast in de ontstekingsautomaat van
de betreffende verwarming vastgelegd en kunnen niet gewijzigd
worden.
Ter controle van de STB-functie kan de STB test uitgevoerd
worden:
● Vakmancode invoeren (zie hfst. 3.6.1).
Na de invoer wordt het niveau "Inbedrijfneming" opnieuw
weergegeven.
● Exit-toets ten minste 5 s indrukken.
Menu "Speciale modus" wordt weergegeven.
● Met de draaiknop het programma "STB-test" selecteren.
● Programma uitvoeren door een lange druk op de draaiknop.
Op het display wordt "STB-test" aangegeven.
De geïntegreerde begrenzing van de verwarming tot
maximum temperatuur wordt duurzaam omzeild en de
verwarming blijft onbeperkt onder vollast in werking tot de
veiligheidstemperatuurbegrenzing wordt geactiveerd.
Alle extern aangesloten verbruikers worden aan de water-
zijde van de verwarming gescheiden (aanwezige men-
gers worden gesloten). Met uitzondering van de ketel-
pomp zijn alle verwarmingscircuit- en reservoir-
vulpompen buiten bedrijf.
● Draaiknop loslaten.
De STB test wordt beëindigd.
● Bij een succesvolle STB test (veiligheidsafschakeling met
foutcode E1):
Na voldoende afkoeling moet de veiligheidstemperatuurbe-
grenzer (STB) met de hand worden ontgrendeld om de
normale verwarmingswerking te herstellen. Zie hfst. 7.1.3 en
de installatie- en bedieningshandleiding van de betreffende
verwarming.
3.5.4
Referentierun 3-weg-omschakelkleppen
De posities van de twee 3-weg-omschakekleppen 3UVB1 en
3UV DHW in de Daikin GCU compact worden voor een optimaal
energieverbruik (bijv. verwarmingsondersteuningsfunctie)
traploos tussen de twee basisstanden geregeld.
Om deze functie te garanderen worden de twee 3-weg-omscha-
kelkleppen automatisch altijd op de dagen "maandag",
"woensdag" en "vrijdag" telkens om 11:00 uur op basisstand
(bypass - weg AB-A geopend) bewogen.
Deze functie kan tot 5 minuten duren. Hij is vast ingeprogram-
meerd en kan niet worden gewijzigd.
Daikin RoCon
Daikin Regeling
008.1543999_00 – 03/2017 – NL
3.6 Speciale systeeminstellingen
De regeling RoCon BF is als voor de Daikin verwarming basisge-
configureerd. Echter moet hij bij de inbedrijfstelling nog op opti-
oneel aangesloten toebehoren en op de systeemomgeving aan-
gepast worden.
De aanpassing gebeurt via de instelling van parameters op de
draaischakelaarstand "Configuratie"
Door navigatie met de draaiknop komt men op het volgende
niveau of rechtstreeks op de betreffende parameter.
3.6.1 Toegangsrechten (vakmancode)
Bepaalde instellingen in de regeling zijn door de toegangs-
rechten beperkt. Om bij deze instelwaarden (parameters) te
komen moet op het niveau "Inbedrijfneming" de vakmancode in-
gevoerd worden.
De afbeelding 3-15 toont de principiële aanpak voor het invoeren
van de toegangscode. De vakmancode ontvangt het gespeciali-
seerde bedrijf in een apart bericht.
Configuratie
Inbedrijfneming
Systeemconfiguratie
Inbedrijfneming
Taal
Datum
Inbedrijfneming
Keylock Function
Toegangsrechten
HZU
Toegangsrechten
Afb. 3-15 Toegangscode invoeren
3
x
Bediening
.
Toegangsrechten
Toegangsrechten
Gebruiker
Toegangsrechten
Installateur
Toegangsrechten
Gebruiksaanwijzing
21