Parameter
MF 1 Config
Configuratie van de multifunctionele uitgang (230 V, aansluiting J14):
0: De uitgang is zonder functie.
1: Verzamelpomp – De uitgang wordt actief, zodra een verwarmingscircuit van het sy-
steem een warmteverzoek aan de verwarming meldt.
2: Circulatiepomp – De uitgang wordt afhankelijk van de parametrering ofwel aan de
hand van het tijdprogramma van de circulatiepomp of van het tijdprogramma van de
warmwaterbereiding geactiveerd (zie hfst. 3.6.9).
3: Aanvoerpomp – De uitgang wordt actief zodra voor het directe verwarmingscircuit van
de verwarming een warmteverzoek wordt gedaan.
Storage Pump
: Configureren van het boilercircuit:
1: De warmwaterbelading gebeurt via een aparte pomp.
2: De warmwaterbelading gebeurt via een omschakelklep.
Air Purge
Activering van de automatische ontluchting van het hydraulisch circuit waarop deze Dai-
kin verwarming is aangesloten (zie hfst. 3.6.4).
Uit: Gedeactiveerd
Aan: Start van de ontluchtingsfunctie
PWM Config
Min Performance
Ondergrens voor de modulatie van het pompvermogen
Max Performance
Bovengrens voor de modulatie van het pompvermogen
Sensor Config
Outside Config
Configuratie van de buitentemperatuursensor:
Uit: Geen sensoranalyse
Aan: Sensoranalyse geactiveerd (Als er geen buitentemperatuursensor is aangesloten
wordt er een foutmelding gegeven.)
Storage Config
Configuratie van de warmwaterbereiding:
Inactief: Geen functie voor de warmwaterbereiding.
Sensor: Functie voor de warmwaterbereiding is geactiveerd. Voor de warmwaterberei-
ding wordt er een boilertemperatuursensor geanalyseerd (Als er geen boilertempera-
tuursensor is aangesloten wordt er een foutmelding gegeven).
Thermostat: Functie voor de warmwaterbereiding is geactiveerd. Voor de warmwaterbe-
reiding wordt er een thermostaatschakelaar (AAN / UIT) geanalyseerd, waarbij "open
klemmen" als "geen behoefte" wordt geïnterpreteerd.
Exhaust Config
Configuratie van de rookgastemperatuursensor:
Uit: Geen sensoranalyse
Aan: Sensoranalyse geactiveerd (Als er geen rookgastemperatuursensor is aangesloten
wordt er een foutmelding gegeven.)
MixerConfig
: Configuratie van de interne mengersensor t
mingsondersteuning.
Uit: Geen sensoranalyse; verwarmingsondersteuning gedeactiveerd
Aan: Sensoranalyse geactiveerd (Als er geen mengertemperatuursensor is aangesloten
wordt er een foutmelding gegeven.).
Pressure Config
Configuratie van de sensor voor de detectie van de waterdruk van het systeem:
Uit: Geen sensoranalyse
Aan: Sensoranalyse geactiveerd (Als er geen druksensor is aangesloten wordt er een
foutmelding gegeven.)
Outside Temp Adap Individuele aanpassing voor de meetwaarde van de voor de regeling relevante buiten-
temperatuur.
Terminaladress
Instelling van het terminalkenteken van het bedieningselement voor de systeemtoegang.
De ingestelde waarde moet in het gehele systeem uniek zijn. Een bevestiging van deze
parameter met de draaiknop zorgt voor een nieuwe initialisatie van de regeling.
Alle instellingen behalve "Uit" geven de gebruiker van het bedieningselement de autori-
satie om de terminalfunctie te activeren en daarmee alle RoCon-systeemcomponenten
met een geldig apparaatkenteken te bedienen (zie hfst. 3.4.9 en 4.1).
System Config
Zie hfst. 6.12.
HC Assignment
Weergave alleen op het aangsloten kamerstation
Instelling van het kenteken van het verwarmingscircuit voor het kamerstation (zie
hfst. 4.1). Deze parameter legt vast, welk verwarmingscircuit ermee bediend moet wor-
den.
Het directe verwarmingscircuit van de Daikin verwarming is standaard op het kenteken
"0" ingesteld (zie tab. 6-16, parameter [Unmixed Circ Config]).
Tab. 6-1 Parameters op de draaischakelaarstand "Configuratie", niveau "Inbedrijfneming"
Daikin RoCon
Daikin Regeling
008.1543999_00 – 03/2017 – NL
Beschrijving
voor de besturing van de verwar-
V2
:
6
x
Parameterinstellingen
Toegang
Instelbereik
Fabrieksin-
Min / Max
stelling
BE
HF
N
E
0 - 3
N
E
1 - 2
N
E
Uit
Aan
N
E
0 - 100 %
N
E
0 - 100 %
100 %
N
E
Uit
Aan
N
E
Inactief
Inactief
Sensor
Thermostat
N
E
Uit
Aan
N
E
Uit
Aan
N
E
Uit
Aan
N
E
-5,0 - 5,0 K
N
E
Uit, 0 - 9
N
E
Inactief,
Actief,
Wissen
N
E
Mix
3UV
Stap-
pen-
grootte
2
1
2
1
Uit
-
50 %
1 %
1 %
Aan
-
-
:Sensor
Aan
-
Aan
-
Aan
-
0,0 K
0,1 K
0
1
Actief
-
Mix
-
Gebruiksaanwijzing
39