Bedieningselementen, indicatoren en
aansluitingen
1.
De knop In-/uitschakelen: bedient de stroom van het apparaat.
De knop Start/stop bloeddruk: start een nieuwe bloeddrukmeting in het scherm Home.
2.
Wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt, wordt de actieve bloeddrukmeting afgebroken.
Met deze knop keert de gebruiker terug naar het scherm Home vanuit elk ander scherm op
het apparaat.
De knop Navigatie omhoog: markeert de vorige optie in het weergavescherm of verhoogt
3.
numerieke waarden.
4.
De knop Terug: hiermee keert de gebruiker terug naar het vorige scherm.
De knop Navigatie rechts: markeert de tab Instellingen in het weergavescherm of markeert
5.
opties aan de rechterkant.
6.
LED opladen: geeft aan wanneer het apparaat is aangesloten op externe stroom en de
resterende energie van de accu.
De knop Navigatie omlaag: markeert de volgende optie in het weergavescherm of verlaagt
7.
numerieke waarden.
8.
De knop Selecteren: selecteert de lijstitems die zijn gemarkeerd.
13