nl Uw apparaat leren kennen
Opwarmfase
Betekenis
Verwarmings-
De verwarmingscontrole geeft de
controle
temperatuurverhoging in de binnen-
ruimte weer. Wanneer alle balken zijn
gevuld, is het optimale tijdstip bereikt
om het gerecht in het apparaat te
schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden zijn
de balken gevuld.
Bij de verwarmingsmethode boven-/
onderwarmte worden de balken niet
gevuld.
4.2 Verwarmingsmethoden en functies
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw gerechten te kunnen bepalen, geven wij uitleg over de verschil-
len en toepassingen.
Opmerking: Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt
deze overnemen of in het betreffende bereik wijzigen.
Symbool
Verwarmingsme-
thode of functie
3D‐hetelucht
Circulatielucht
Pizzastand
Ontdooistand
Onderwarmte
Grill, groot
Circulatieluchtgrill
Boven/ onder-
warmte Eco
Boven- en onder-
warmte
Draaispit
Reiniging
4.3 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes.
8
Temperatuur of stand
50-280°C
50-280°C
50-280°C
30-60°C
50-280°C
50°C - Int
50-280°C
50-280°C
50-280°C
50°C - Int
Opwarmfase
Betekenis
Restwarmte-in-
Wanneer het apparaat uitgeschakeld
dicatie
is, geeft de temperatuurcontrole de
restwarmte in de binnenruimte weer.
De indicatie verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60°C gedaald is.
Gebruik
Gerechten op 1-2 niveaus bereiden. De ventilatoren ver-
delen de warmte van de ronde verwarmingselementen in
de achterwand gelijkmatig in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het be-
palen van het energieverbruik in de circulatieluchtmodus.
Taart en gebak op één niveau bakken. De ventilatoren
verdelen de warmte van de verwarmingselementen ge-
lijkmatig in de binnenruimte.
Verse pizza of diepvriesproducten bereiden, bijv. patat of
strudel. De verwarmingselementen en ventilatoren verde-
len de hitte gelijkmatig in de binnenruimte.
Ontdooien van levensmiddelen, bijv. vlees, gevogelte,
brood en gebak. De ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
Gerechten nagaren. De warmte komt van onderen.
Platte grillstukken, bijv. steaks, worstjes of toast grillen,
of om te gratineren. Het hele oppervlak onder de grill
wordt heet.
Vlees, gevogelte en hele vis braden. De ventilator wervelt
de hete lucht rond het gerecht.
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten
(bijv. vlees, groente) op één niveau, zonder voorverwar-
men. De verwarmingsmethode is niet geschikt voor ge-
rechten die bij het bakken moeten rijzen (bijv. brood).
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus en de
energie-efficiëntieklasse gebruikt.
Gebak, ovenschotels en magere braadstukken bereiden.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Braadstukken, rollades en gevogelte
→ "Reinigingsfunctie", Pagina 18