Inhoudsopgave
Advertenties
nl Storingen verhelpen
Storing
Apparaat kan niet
worden gestart
Op het display knip-
pert
:
.
Verlichting van de
binnenruimte werkt
niet.
In de oven bereide
gerechten verbran-
den in korte tijd.
Deurruiten zijn besla-
gen
Ingeschakeld appa-
raat kan niet worden
bediend. Op het dis-
play brandt
.
Display is bevroren of
reageert niet.
Apparaatdeur kan
niet worden geopend.
Op het display brandt
.
Deurruiten voelen
warmer aan dan
voorheen, nadat de
deurruiten voor reini-
ging werden gede-
monteerd.
Koelventilator blijft
draaien na gebruik.
Condenswater op de
apparaatdeur of con-
denswater lekt.
Op het display ver-
schijnt een melding
met .
22
Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat is niet uitgeschakeld.
▶
Schakel het apparaat uit en weer in.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
▶
Stel de tijd in.
→ "Voor het eerste gebruik", Pagina 11
De functie Boven/ onderwarmte zacht is geactiveerd.
▶
Bij deze functie is de verlichting van de binnenruimte uitgeschakeld.
Lamp van de binnenruimte is defect.
▶
Vervang de lamp in de binnenruimte.
→ "Lamp van de binnenruimte vervangen", Pagina 17
Thermostaat is defect.
▶
Neem contact op met de
→ "Servicedienst", Pagina 23.
Normaal verschijnsel dat is gebaseerd op de temperatuurverschillen die zich voordoen.
▶
Verhit het apparaat op 100°C en schakel het apparaat na 5 minuten uit.
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
▶
Deactiveer het kinderslot.
→ "Kinderslot deactiveren", Pagina 14
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
▶
Deactiveer het kinderslot.
→ "Kinderslot deactiveren", Pagina 14
Storing
1.
Schakel daarbij ook de zekering in de meterkast uit.
2.
Schakel de zekering na ca. 10 seconden in.
3.
Als de functiestoring opnieuw optreedt, neem dan contact op met de klantenservice.
Apparaatdeur is vergrendeld, totdat de binnenruimte is afgekoeld.
▶
Wacht tot de binnenruimte is afgekoeld en
Deurruiten verkeerd op teruggeplaatst.
▶
Controleer of de deurruiten correct zijn geplaatst.
→ "Deurruiten inbouwen", Pagina 20
Geen storing. De koelventilator blijft draaien, totdat de in de basisinstellingen gekozen tem-
peratuur is bereikt.
→ "Basisinstellingen", Pagina 14
Apparaatdeur sluit niet goed.
▶
Controleer of de apparaatdeur goed is geïnstalleerd en goed sluit.
→ "Apparaatdeur", Pagina 20
Verontreiniging van de afdichting.
1.
Controleer of de afdichting is verontreinigd, beschadigd of verkeerd zit.
2.
Reinig of vervang de afdichting of let erop dat deze goed zit.
Normale condensvorming.
→ "Condensvorming", Pagina 9
Storing
▶
Zet de functiekeuzeknop op de nulstand.
Wanneer de foutmelding weer verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice.
dooft.
Advertenties
Inhoudsopgave
