nl Reinigingsfunctie
13 Reinigingsfunctie
Re i n i g i n gs f u nc t i e
Gebruik de reinigingsfunctie om uw apparaat te reini-
Re i n i g i n gs f u nc t i e
gen.
13.1 Reinigingshulp Easy Clean
De reinigingsondersteuning is een snel alternatief voor
de reiniging van de binnenruimte tussendoor. De reini-
gingsondersteuning weekt verontreinigingen door het
verdampen van zeepsop in. Verontreinigingen kunnen
vervolgens gemakkelijker worden verwijderd.
Easy Clean instellen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Door water in de hete binnenruimte kan hete water-
damp ontstaan.
▶
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
Vereiste: De binnenruimte is volledig afgekoeld.
1.
De accessoires uit de binnenruimte verwijderen.
2.
0,4 l niet gedestilleerd water met een druppel afwas-
middel mengen.
3.
Het mengsel in het midden op de bodem van de
binnenruimte gieten.
4.
Met de functiekeuzeknop
5.
Met en Easy Clean
a Na enkele seconden start de reinigingsondersteu-
ning.
a Op het display loopt de tijdsduur af. De tijdsduur is
vooringesteld. U kunt de tijdsduur niet wijzigen.
a Zodra de tijdsduur van de reinigingsondersteuning
is verstreken, klinkt een signaal.
6.
Tijdens het reinigen controleren of het water, dat in
de lekgoot onder de apparaatdeur condenseert, niet
overstroomt.
Indien nodig met een spons opzuigen.
‒
Opmerking: Wanneer na het inschakelen
play knippert, is de binnenruimte niet volledig afge-
koeld. Het apparaat uitschakelen. Wachten tot het ap-
paraat is afgekoeld. De reinigingsondersteuning op-
nieuw inschakelen.
Binnenruimte nareinigen
LET OP!
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
▶
Na de reinigingsondersteuning de binnenruimte uit-
vegen en volledig laten drogen.
1.
De apparaatdeur openen.
2.
Het resterende water met een absorberende spons-
doek.
3.
Reinig gladde oppervlakken in de binnenruimte met
een schoonmaakdoekje of zachte borstel. Hardnek-
kige resten kunt u verwijderen met een schuur-
sponsje van roestvaststaal.
4.
Verwijder kalkranden met een in azijn gedrenkte
doek. Vervolgens met schoon water afnemen en
droogwrijven met een zachte doek, ook onder de
deurafdichting.
5.
Om het apparaat uit te schakelen, de functiekeuze-
knop op de nulstand draaien.
18
kiezen.
kiezen.
op het dis-
6.
De apparaatdeur in de vergrendelstand (ca. 30°)
openen en ca. 1 uur open laten, zodat de emaille
oppervlakken in de binnenruimte droog kunnen wor-
den.
Sterke verontreiniging verwijderen
Om bijzonder hardnekkig vuil te verwijderen, hebt u
meerdere mogelijkheden.
1.
Laat het zeepsop enige tijd inwerken voordat u de
reinigingshulp start.
2.
Wrijf de vervuilde plaatsen op de gladde oppervlak-
ken in met afwasmiddel voordat u de reinigingshulp
start.
3.
Herhaal de reinigingsondersteuning nadat de bin-
nenruimte is afgekoeld.
13.2 Pyrolytische zelfreiniging
Met de functie "Pyrolytische zelfreiniging" kunt u de
binnenruimte moeiteloos reinigen. De binnenruimte
wordt verhit tot een zeer hoge temperatuur. Resten van
het bakken, braden en grillen verbranden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op ernstig gevaar
voor de gezondheid!
Het apparaat wordt zeer heet tijdens het reinigen. De
antiaanbaklaag van bakplaten en vormen wordt aange-
tast en er ontstaan giftige gassen.
▶
Bij gebruik van de reinigingsfunctie nooit platen en
vormen met een antiaanbaklaag meereinigen.
▶
Alleen geëmailleerd toebehoren meereinigen.
Een reiniging heeft afhankelijk van de tijdsduur ca.
5-10 kWh. U kunt de tijdsduur van de reiniging vastleg-
gen tussen 2:30 uur en 3:30 uur.
Opmerking: Voor uw veiligheid vergrendelt de oven-
deur automatisch. De apparaatdeur kan pas worden
geopend, wanneer het controlelampje
grendeling dooft. Tijdens de reiniging brandt de binnen-
verlichting niet.
Apparaat voor de reinigingsfunctie voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen en scha-
de te vermijden, dient u het apparaat zorgvuldig voor te
bereiden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
▶
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
▶
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
▶
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
nenruimte voordat de reiniging start.
▶
Toebehoren nooit meereinigen.
voor de ver-