Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking: Het apparaat mag alleen door geschoold
personeel worden aangesloten. Bij schade door een
verkeerde aansluiting kunt u geen aanspraak maken
op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een
scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
1.
Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
identificeren.
Aansluitwaarden van het apparaat
Al naar gelang het apparaatmodel kunt u een andere aansluiting kiezen. In dit geval moet u het apparaat met de net-
aansluitkabel volgens het aansluitschema op de achterkant van het apparaat aansluiten.
Zorg ervoor dat de netaansluitkabel overeenkomt met het type H05VV-F of hoger. De vereiste aderdiameter overeen-
komstig de stroombelasting bepalen. Indien nodig koperbruggen inbouwen. Verkeerde verbindingen kunnen het ap-
paraat beschadigen.
Aansluitwaarden van het apparaat
3,3 kW
4,2 kW
20.8 Apparaat inbouwen
1.
Het apparaat inschuiven en centrisch uitlijnen.
De aansluitkabel niet knikken.
2.
De ovendeur helemaal openen.
3.
Het veiligheidsdeksel verwijderen.
4.
Het apparaat op het meubel vastschroeven.
5.
Het veiligheidsdeksel plaatsen.
Opmerking: Nooit de spleet tussen werkblad en het
apparaat door extra deklatten afsluiten.
20.9 Apparaat demonteren
1.
Maak het apparaat spanningsloos.
2.
3.
Zekering min. bij 1~
16 A
20 A
2.
3.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
Het apparaat uitsluitend aansluiten op een netspan-
ning tussen de 220 en 240 V.
De aders van de elektrische aansluitleiding overeen-
komstig de kleurcodering aansluiten:
groen-geel = aarddraad
‒
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
‒
bruin = fase (buitendraad)
‒
Zekering min. bij 2/3 N~
12 A
Draai de bevestigingsschroeven los.
Het apparaat iets optillen en er uit trekken.
Montagehandleiding nl
29