12 Verwijdering
De installatie heeft bij inachtneming van de gebruikers- en onderhoudshandleiding een
minimale levensduur van 8 jaar. Afzonderlijke componenten hebben een verschillende
levensduur, daarom moeten deze bij storingen, slijtage of mechanische beschadigingen door
nieuwe componenten vervangen worden. De vervanging mag uitsluitend uitgevoerd worden
met technisch gelijke resp. originele reserveonderdelen.
Na het verstrijken van de levensduur moet de gehele installatie conform de
afvalstoffenclassificatie naar een stortplaats voor industrieel afval gebracht worden.
Schadelijke componenten moeten verwijderd worden en naar daartoe bestemde
verzamelpunten gebracht worden.
13 Verwijdering
De installatie heeft bij inachtneming van de gebruikers- en onderhoudshandleiding een
minimale levensduur van 8 jaar. Afzonderlijke componenten hebben een verschillende
levensduur, daarom moeten deze bij storingen, slijtage of mechanische beschadigingen door
nieuwe componenten vervangen worden. De vervanging mag uitsluitend uitgevoerd worden
met technisch gelijke resp. originele reserveonderdelen.
Na het verstrijken van de levensduur moet de gehele installatie conform de
afvalstoffenclassificatie naar een stortplaats voor industrieel afval gebracht worden.
Schadelijke componenten moeten verwijderd worden en naar daartoe bestemde
verzamelpunten gebracht worden.
14 Onderhoud en verzorging
Voor een betrouwbaar en efficiënt bedrijf van de installatie worden de volgende
onderhoudswerkzaamheden aanbevolen:
14.1 Onderhoud
Aanbevolen regelmatige inspecties:
•
Inspectie van de veiligheidsklep in de leiding.
•
Visuele controle van de verdamper. Bij een zeer stoffige verdamper is het noodzakelijk
om u tot de installateur te wenden die de installatie heeft geplaatst, om de
reinigingswerkzaamheden te laten uitvoeren.
•
De reiniging van de verdamper dient naar behoefte uitgevoerd te worden.
14.2 Verzorging
LET OP:
Het oppervlak van de installatie kan beschadigd raken! Door gebruik van een
verkeerd reinigingsmiddel kan het oppervlak van de installatie beschadigd raken.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die schadelijk zijn voor kunststof. Het is verboden
om oplossingsmiddelen en chloorhoudende reinigingsmiddelen te gebruiken.
Gebruik indien nodig een vochtige doek met zeep.
•
De installatie uitsluitend met een niet-schurende, vochtige doek en een beetje zeep
reinigen.
•
Geen agressieve of chloorhoudende reinigings- of oplosmiddelen gebruiken.
15 Storingen
Voordat u contact opneemt met een geautoriseerde klantenservice moet u het volgende
controleren:
•
Is de bekabeling van de installatie direct afgeleid van het hoofdschakelbord?
•
Is uw installatie die enige installatie waarvan de bekabeling afkomstig is van het
hoofdschakelbord?