Aanzuigen en uitblazen in
dezelfde ruimte
Aanzuigen en uitblazen
vanuit een aangrenzende
ruimte
(koeling van aangrenzende
ruimte)
Meestal wordt de warmtepomp zo geïnstalleerd dat de lucht uit ruimtes met veel restwarmte
aangezogen wordt. Van deze lucht wordt de warmte gedeeltelijk onttrokken en vervolgens in
de omgeving uitgeblazen.
De lucht in de keuken, wasruimtes of sanitaire installaties bevat vaak onaangename geurtjes
en wordt daarom in de omgeving uitgeblazen. Daarbij moet ervoor gezorgd worden dat de
luchtstromen en druk in de ruimtes altijd gecompenseerd worden; de verantwoordelijke
constructeur moet daarom voor de betreffende ventilatie zorgen.
LET OP:
De warmtepomp mag onder geen enkel beding in een ruimte geïnstalleerd worden
waar schadelijke stoffen (stallen, opslagruimte voor gevaarlijke stoffen, in de
buitenlucht, etc.) aanwezig zijn.