Samenvatting van Inhoud voor Atlantic MULTI SPLIT AIRCOHEATERS 3U-024NBB
Pagina 1
Installatiehandleiding MULTI SPLIT AIRCOHEATERS R32 buitenunit 3U-024NBB 4U-030NBB 5U-036NBB Alleen voor gekwalificeerd personeel.. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in detail voordat u met de installatie begint. Dit symbool geeft aan dat dit apparaat een ontvlambaar koelmiddel gebruikt. Er bestaat brandgevaar als het koelmiddel lekt en wordt blootgesteld aan een externe ontstekingsbron.
Pagina 4
Algemeen • Installeer en bewaar het toestel niet in de buurt van een warmtebron • Het apparaat niet doorboren of verbranden. • Het apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Breng het naar een installateur. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van ten minste 8 jaar oud en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of met gebrek aan ervaring of kennis,...
R32 Koelmiddel • Gebruik koelmiddel voor extra vulling, gereedschap en aansluitingen die specifiek bestemd zijn voor het op het typeplaatje van de unit vermelde koelmiddel. • Laat het koelmiddel niet in de atmosfeer ontsnappen. Als er tijdens de installatie koelmiddel lekt, moet u de ruimte ventileren. Aan het einde van de installatie mag er geen koudemiddel in het systeem lekken.
Koelaansluitingen • Gebruik geen afdichtingsmiddel voor koelmiddel- aansluitingen, omdat dit de binnenkant van de aansluitingen kan verstoppen of vervuilen. Bij gebruik van dergelijke lijm vervalt de garantie van het apparaat. • Alle koelsystemen zijn gevoelig voor verontreiniging door stof vocht. dergelijke verontreinigingen koelcircuit...
Pagina 7
Installatie • Deze airconditioners zijn bestemd voor residentieel commercieel gebruik, om het thermisch comfort van de gebruikers te garanderen. Ze zijn niet bestemd voor gebruik op plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad (bloemenwinkel, broeikas, wijnkelder, enz.), waar de omgevingslucht stoffig is en waar aanzienlijke elektromagnetische storingen voorkomen (computerruimte, nabijheid van televisieantennes of relais).
Installatie • Installeer de eenheden op een plaats waar de gas-, vloeistof- en condensaatleidingen gemakkelijk kunnen worden geïnstalleerd. • Installeer de binnenunit, buitenunit, voedingskabels, verbindings- kabels en afstandsbedieningskabels op minstens 1 m afstand van een TV of radio-ontvanger. Dit is om interferentie te voorkomen (zelfs op meer dan 1 m kunnen de signalen echter nog gestoord worden).
Pagina 9
Elektrische aansluitingen • Het contract met de energieleverancier moet voldoende zijn om niet alleen het vermogen van het apparaat te dekken, maar ook de som van de vermogens van alle apparaten die tegelijkertijd in werking kunnen zijn. Als het vermogen onvoldoende is, controleer dan bij de energieleverancier de waarde van het in uw contract opgenomen vermogen •...
Pagina 10
Elektrische aansluitingen • In geval van storing (brandlucht, enz.) de installatie onmiddellijk stopzetten, de stroomonderbreker uitschakelen en een bevoegd persoon raadplegen. • Sluit het toestel aan op aarde. Een onjuiste aarding kan elektrische schokken veroorzaken. • Verkeerde bedrading kan het hele systeem beschadigen. •...
Bescherming van het milieu Dit symbool op het product of op de verpakking geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Daarom moet het worden ingeleverd bij een afvalinzamelingscentrum dat belast is met de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
BUITENUNITS 1. STANDAARD TOEBEHOREN Standaard accessoires zijn altijd inbegrepen in de verpakking. Verzamel de accessoires en instructies voordat u de verpakking weggooit. Gebruik de accessoires volgens de instructies. Accessoire Condensaatuitlaat Kabelklem Antitrilbevestigingen Visueel Hoeveelheid De te tekenen koelmiddelaansluitingen moeten overeenkomen met de diameters van de binnenunits.
4. LOCATIE De keuze van de locatie is bijzonder belangrijk, aangezien de latere verplaatsing een lastige operatie is die door gekwalificeerd personeel moet worden uitgevoerd. Bepaal de plaats van de installatie na overleg met de klant. • Installeer de buitenunit op een plaats die zijn gewicht kan dragen en geen trillingen verspreidt.
Pagina 15
Obstakels alleen achter Obstakels achter en aan één kant Obstakels alleen achter Obstakels achter en aan één kant > 50 > 50 > 100 > 100 > 100 > 100 Obstakels aan de voorkant Obstakels vooraan en aan één kant Obstakels aan de voorkant Obstakels vooraan en aan één kant >...
Pagina 16
Zeewind Unit Beschermende muren Unit Zeewind Unit Unit Zeewind Unit ▪ Grondverankering Installeer de buitenunit niet direct op de grond, omdat dit een storing kan veroorzaken. Condenswater kan bevriezen tussen de vloer en de onderkant van het apparaat en de condensafvoer verhinderen. Zware sneeuwval kan in sommige gebieden de luchtinlaat en -uitlaat blokkeren en de productie van warme lucht verhinderen.
Pagina 17
Geen afvoer Condensafvoer H : Hoogte voetstuk H : Hoogte voetstuk D : Maximale sneeuwhoogte H D : Maximale sneeuwhoogte H = D + 20 cm Installeer het toestel horizontaal. Zorg er bij het leggen van de fundering voor dat er voldoende ruimte is om de koelverbindingen te installeren.
5. CONDENSAFVOER Bij omkeerbare units stroomt het condenswater weg tijdens de verwarming. Sluit de condensaatafvoer aan op een PVC-pijp met een diameter van 16 mm, en neem alle voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat de afvoer bevriest. Installeer de condensafvoer volgens de instructies, en zorg ervoor dat deze goed afloopt.
6. KOELVERBINDINGEN Gebruik alleen een specifieke buis voor koeling met de volgende kenmerken: • Gegloeid koper met een hoog kopergehalte (minimaal 99%); • Intern gepolijst; • Gedroogd; • Gekurkt; • Drukbestendigheid: minimaal 50 bar; • Minimale buisdikte 0,8 mm; • Maximale buisdikte 1,0 mm.
Diameters van de Breedte van de Breedte bij koelmiddelleidingen wartelmoer vlakke delen 1/4" (6,35 mm) 17 mm 3/8" (9,52 mm) 22 mm 1/2" (12,70 mm) 26 mm 5/8" (15,88 mm) 29 mm 3/4" (19,05 mm) 36 mm Flare gereedschap Rijg de moeren op de buizen voor het maken van de flare. Ga door met het maken van de flare.
Pagina 21
▪ Aansluiting Verwijder alleen de stekkers van de leidingen en kranen wanneer u de aansluiting maakt. Let vooral op de plaatsing van de buis ten opzichte van de fitting. Gebruik 2 sleutels om de flare-moeren in de buisas vast te draaien. Draai de flare-moeren aan met de momentsleutel volgens de aangegeven methode.
6.3. Lengte- en hoogteverschil ▪ Model 3U-024 Omschrijving Lengte Totale maximumlengte L1 + L2 + L3 60 m Maximale lengte voor elke binnenunit (L1, L2 of L3) 25 m Minimumlengte voor elke binnenunit (L1, L2 of L3) 3U-024.NB De buitenunit bevindt zich boven de binnenunits Binnenunit Niveau- Binnenunit...
Pagina 23
▪ Model 4U-030 Omschrijving Lengte Totale maximumlengte L1 + L2 + L3 + L4 70 m Maximale lengte voor elke binnenunit (L1, L2, L3 of L4) 25 m Minimumlengte voor elke binnenunit (L1, L2, L3 of L4) 4U-030.NB De buitenunit bevindt zich boven de binnenunits. Binnenunit Binnenunit Niveau-...
Pagina 24
▪ Model 5U-036 Omschrijving Lengte Totale maximumlengte L1 + L2 + L3 + L4 + L5 80 m Maximale lengte voor elke binnenunit (L1, L2, L3, L4 of L5) 25 m Minimumlengte voor elke binnenunit (L1, L2, L3, L4 of L5) De buitenunit bevindt zich boven de binnenunits.
7. ELEKTRISCHE VERBINDING Stem de aansluitbloknummers van de verbindingskabels van de binnenunit af op die van de buitenunit. Draai de klem op het klemmenblok niet te vast om beschadiging of breuk van de schroef te voorkomen. Het gebruik van flexibele draden zonder adereindhulzen wordt afgeraden. Bevestig geen stijve draad met een ronde kabelschoen.
Pagina 26
Klemmen Klemmen Klemmen Klemmen Binnenunit Binnenunit Binnenunit Binnenunit Model 5U-036 Klemmen Buitenunit Klemmen A Klemmen B Klemmen C Klemmen D Klemmen E Aarde 1 (N) 2 (L) 3 (C) 1 (N) 2 (L) 3 (C) 1 (N) 2 (L) 3 (C) 1 (N) 2 (L) 3 (C) 1 (N) 2 (L) 3 (C) Aardeleiding...
Pagina 27
▪ Bedrading naar klemmenblok Schroef met sluitring Kabel Ronde Ronde kabelschoen kabelschoen Klem...
8. INBEDRIJFSTELLING VAN DE INSTALLATIE ▪ Aan te schaffen materialen De druk is hoog en kan niet worden gemeten met standaard Spruitstukken drukmeters. Aanbevolen wordt een manifold met manometers met een meetbereik van -0,1 tot 5,3 MPa (HP) en -0,1 tot 3,8 MPa (BP). Het gebruik van slangen met ¼-draaikleppen vergemakkelijkt de hantering tijdens de inbedrijfstelling (geen doorblazen van Schrader (Vulslang)
8.1. Vacuüm trekken ▪ Kalibratie en controle van een vacuümpomp Controleer de kwaliteit en het oliepeil van de vacuümpomp. Sluit de vacuümpomp aan op een vacuümmeter als de vacuümpomp daar niet mee is uitgerust. Trek een paar seconden vacuüm. De pomp moet zijn vacuümdrempelwaarde bereiken en de naald van de vacuümmeter mag niet bewegen.
8.2. Extra lading (indien nodig) De bijvulling moet plaatsvinden nadat het vacuüm is getrokken en voordat het gas wordt aangezet. Bereken de uit te voeren extra belasting. De onderstaande tabel kan worden gebruikt om snel de extra in te voeren R32-vulling te bepalen, afhankelijk van de lengte van de koelverbinding.
Pagina 31
40 m 70 m Model 5U-036 Maximum Standaard Minimum lengte lengte lengte Geen extra koelmiddelvulling nodig Toevoeging van 20 g/m 40 m 80 m Koppel de vacuümpomp los (gele slang) en sluit op zijn plaats een R32-cilinder aan in de stand voor vloeistofonttrekking.
8.3. Toelating gas in de installatie Verwijder de blindstoppen voor toegang tot de klepbediening van de buitenunit. Open eerst de vloeistofkraan (kleine kraan) en vervolgens de gaskraan (grote kraan) tot het maximum met een zeskantige/Allen sleutel (tegen de klok in) zonder buitensporige kracht uit te oefenen op de sluiting.
Pagina 33
Open de vloeistofklep (kleine klep) en vervolgens de gasklep (grote klep). Breng de blindstoppen van de kleppen weer aan en draai ze met een moersleutel vast met de voorgeschreven aanhaalmomenten. Diameter blindstop Aanhaalmoment 1/4" (6,35 mm) 20 à 25 N.m 3/8"...
9. FUNCTIETEST 9.1. De installatie controleren Zie aanbevelingen op blz. 39. 9.2. Controleren op bedradingsfouten Deze airconditioner kan automatisch controleren op bedradingsfouten. Zet de 4 microschakelaars SW1 van de buitenunit op ON. Zet de buitenunit uit en weer aan. Het systeem voert de «Bedradingsfoutcontrole» uit. Na 3 minuten start het toestel automatisch de bedradingscontrole.
9.3. Proefdraaien Stel de temperatuur in op 16°C om de koeling te testen. Stel de hoge temperatuur in op 30°C om de verwarming te testen. Als de binnentemperatuur lager is dan 16°C, is het niet mogelijk de koeling te testen met de afstandsbediening. Ook als de temperatuur hoger is dan 30°C kan de verwarming niet worden getest.
10. FOUTCODES Display Display Aantal op de bedrade knipperingen wandge- Gebreken Omschrijving afstands- LED1 buitenunit monteede bediening binnenunit EEPROM op moederbord EEPROM buitenunit defect buitenunit defect Bescherming van de Het alarm gaat 3 keer per uur voedingsmodule af en stopt de machine. Communicatiefout tussen Geen communicatie tussen het moederbord en de...
Pagina 37
Display Display Aantal op de bedrade knipperingen wandge- Gebreken Omschrijving afstands- LED1 buitenunit monteede bediening binnenunit Reset installatie / fout Reset voedingsmodule Fout in stroomregeling / Fout in stroomregeling / Compressorfout geen koude / Compressor kabels losgekoppeld Fout in de temperatuursensor van de gasleiding «A»...
VOORKOMEN VAN VOCHTPROBLEMEN Vocht tast de werking en de levensduur van uw product ernstig aan. De aanwezigheid van vocht of vreemde voorwerpen in de compressorolie leidt altijd tot uitsluiting van de garantie.. Beneden 10°C worden vacuümtrekken en stikstofblazen minder effectief. De vacuümtijd is afhankelijk van de buitentemperatuur om het in het systeem aanwezige vocht (condensatiedruppels) te verdampen.
AANBEVELINGEN De eenheden moeten goed worden vastgezet. Voldoende vrije ruimte voor een goede luchtcirculatie over de wisselaars. Voldoende vrije ruimte om een goede luchtcirculatie op de wisselaars mogelijk te maken De elektrische installatie wordt uitgevoerd volgens de geldende voorschriften, met name de norm NEN-1010.
Controle van het luchtstroomnetwerk op leidingwerk, • Reinigen van de condensbak van de buitenunit en eventueel de condensafvoer.. Met het serviceboekje van Atlantic Airconditioning kunt u eenvoudig de onderhoudswerkzaam- heden controleren. ONDERHOUD Deze handelingen, die door iedereen kunnen worden verricht, moeten worden uitgevoerd met de hieronder aanbevolen frequenties..
Pagina 41
Datum ingebruikname: WWW.GROUPE-ATLANTIC.NL TEL. +31 (0)318 54 47 00 Contactgegevens van de installateur of klantenservice...
Stempel van de installateur Inbedrijfstelling uitgevoerd door : Op : Handtekening : Installatiedatum : ....Stuur een kopie van deze pagina naar service.nl@groupe-atlantic.com...