Inhoudsopgave
Advertenties
11 Fouten en aanwijzingen
11.1 Aanwijzingen
De aanwijzingen op het scherm van het bedieningsapparaat worden met een gele
driehoek en de codes W01–W06 weergegeven. De codes hebben de volgende betekenis:
Aanwijzing W01: Te lage temperatuur van de inlaatlucht
Als de temperatuur van de inlaatlucht onder de min. luchttemperatuur (-7°C) daalt, dan
schakelt de installatie uit. Gedurende 30 minuten is een hernieuwde inschakeling geblokkeerd.
Na 30 minuten schakelt de ventilator in, vervolgens wordt de temperatuur van de inlaatlucht
gecontroleerd. Als deze 3°C boven de minimale luchttemperatuur ligt, dan schakelt de
installatie opnieuw in.
Tijdens de blokkering wordt het water door middel van de extra bron verwarmd, indien deze
geselecteerd is (Hoofdstuk 9.3.15.2), anders door middel van de reservebron (Hoofdstuk
10.1.3). De aanwijzing wordt weergegeven tot de blokkering van de hernieuwde
ingebruikneming actief is.
Voor de foutoplossing is het noodzakelijk de ruimte waarin de installatie gemonteerd is te
ontluchten, zodat warmere lucht in de installatie kan binnendringen. Indien er geen warmere
lucht gebruik kan worden, wordt het aanbevolen om de reservebron (Hoofdstuk 9.3.10) of de
alternatieve bedrijfsmodus handmatig in te schakelen, indien er een externe bron op het
systeem is aangesloten.
Aanwijzing W02: Te hoge temperatuur van de inlaatlucht
Als de temperatuur van de inlaatlucht boven de max. toegestane luchttemperatuur (40°C) ligt,
dan schakelt de installatie uit. Na 30 minuten wordt een hernieuwde inschakeling geblokkeerd.
Na 30 minuten schakelt de ventilator in, vervolgens wordt de luchttemperatuur gecontroleerd.
Als deze 3°C onder de max. luchttemperatuur ligt, dan schakelt de installatie opnieuw in.
Tijdens de blokkering wordt het water door middel van de extra bron verwarmd, indien deze
geselecteerd is (Hoofdstuk 9.3.15.2), anders door middel van de reservebron (Hoofdstuk
10.1.3). De aanwijzing wordt weergegeven tot de blokkering van de hernieuwde
ingebruikneming actief is.
Voor de foutoplossing is het noodzakelijk de ruimte waarin de installatie gemonteerd is te
ontluchten, zodat warmere lucht in de installatie kan binnendringen. Indien er geen warmere
lucht gebruik kan worden, wordt het aanbevolen om de reservebron (Hoofdstuk 9.3.10) of de
alternatieve bedrijfsmodus (Hoofdstuk 9.3.3) handmatig in te schakelen, indien er een externe
bron op het systeem is aangesloten.
Aanwijzing W03: Hoge druk
Als in het koelsysteem van het installatie-aggregaat sprake is van een te hoge druk, dan
schakelt het bedieningsapparaat de installatie uit. Na 5 minuten wordt de installatie opnieuw
in gebruik genomen. Als na de ingebruikneming de druk nog steeds te hoog is, dan schakelt
de installatie opnieuw uit, waarna er een aanwijzing verschijnt. Als de aanwijzing 3 keer binnen
1 uur verschijnt, wordt op het scherm de foutmelding E05 weergegeven. De installatie wordt
uitgeschakeld, de extra bron schakelt in, indien deze geselecteerd is (Hoofdstuk 9.3.15.2) en
anders de reservebron (Hoofdstuk 10.1.3). Zie de beschrijving van foutmelding E05 (Hoofdstuk
10.1.3). Voor de foutoplossing moet eerst gecontroleerd worden of er voldoende water in het
reservoir zit. Als de aanwijzing ondanks voldoende water in het reservoir herhaald wordt, dan
moet u de klantenservice bellen.
Aanwijzing W04: Te lage temperatuur van de verdamper
Als de warmtesensor op de verdamper een te lage temperatuur registreert, dan schakelt het
Advertenties
Inhoudsopgave
