Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

bedieningsapparaat de installatie uit en geeft aanwijzing W04 weer. Gedurende 30 minuten
wordt de installatie geblokkeerd. Gedurende deze tijd is echter de extra bron actief, indien
deze geselecteerd is (Hoofdstuk 9.3.15.2) en anders de reservebron (Hoofdstuk 10.1.3).
De aanwijzing verschijnt bij het gebruik van luchtkanalen en bij een laag ingestelde waarde
van de ventilator (Hoofdstuk 9.3.15.9) resp. bij lange luchtkanalen en een lage temperatuur
van de inlaatlucht.
Voor de foutoplossing moet de instelling van de ventilatorsnelheid (Hoofdstuk 9.3.15.9)
gecontroleerd worden resp. gezorgd worden voor een hogere temperatuur van de inlaatlucht
(de ruimte waaraan de lucht onttrokken wordt moet geventileerd worden).
Wanneer een voldoende hoge temperatuur van de inlaatlucht niet gewaarborgd kan worden,
dan wordt het aangeraden om handmatig de reservebron (Hoofdstuk 9.3.10) resp. de
alternatieve bedrijfsmodus (Hoofdstuk 9.3.3) in te schakelen, indien er een reservebron op het
systeem aangesloten is.
Aanwijzing W05: Te hoge temperatuur van de verdamper
Als de warmtesensor op de verdamper een te hoge temperatuur registreert, dan schakelt het
bedieningsapparaat de installatie uit en geeft aanwijzing W05 weer. Gedurende 30 minuten
wordt de installatie geblokkeerd. Gedurende deze tijd is echter de extra bron actief, indien
deze geselecteerd is (Hoofdstuk 9.3.15.2) en anders de reservebron (Hoofdstuk 10.1.3).
Voor de foutoplossing moet gezorgd worden voor een lagere temperatuur van de inlaatlucht
(de ruimte waaraan de lucht onttrokken wordt moet geventileerd worden). Als de fout niet
verholpen kan worden, dan moet de servicedienst geïnformeerd worden en dient handmatig
de reservebron (Hoofdstuk 9.3.10) resp. de alternatieve bedrijfsmodus (Hoofdstuk 9.3.3)
ingeschakeld te worden, indien er een reservebron op het systeem aangesloten is.
Aanwijzing W06: Te hoge temperatuur van de externe bron
Als de temperatuur van de externe bron de max. toegestane temperatuur (Hoofdstuk 9.3.15.7)
overschrijdt, dan wordt het gebruik van de externe bron onderbroken. Voor het opnieuw
inschakelen van de externe bron moet de temperatuur van de bron met 5°C verlaagd worden.
De installatie maakt gebruik van het ingestelde programma zonder gebruik te maken van de
externe bron. Als de alternatieve bedrijfsmodus handmatig ingeschakeld is (Hoofdstuk 9.3.3),
dan wordt de verwarming van het sanitair water onderbroken, tot de externe bron niet meer
beschikbaar is.

11.2 Fout

De fouten op het beeldscherm van het bedieningsapparaat worden met een rode driehoek
en de codes E01-E07 weergegeven. De codes hebben de volgende betekenis:
Foutmelding E01: Fout warmtesensor water
Als er zich fouten voordoen aan de warmtesensor, schakelt de installatie uit. Eventueel
geselecteerde extra bronnen resp. de interne elektrische verwarming zijn buiten bedrijf.
Uitsluitend de ventilatie functioneert, indien deze ingesteld is. Voor de foutoplossing moet u
contact opnemen met de servicedienst.
Foutmelding E02: Fout warmtesensor inlaatlucht
Als er een fout is opgetreden aan de warmtesensor voor de inlaatlucht, dan is de installatie
nog steeds in bedrijf (de temperatuur van de verdamper wordt in acht genomen). Als de fout
weergegeven wordt en de installatie vanwege de te lage temperatuur van de inlaatlucht niet
functioneert, wordt het aanbevolen de reservebron handmatig (Hoofdstuk 9.3.10) resp. de
alternatieve bedrijfsmodus (Hoofdstuk 9.3.3) in te schakelen, indien er een reservebron op het
systeem aangesloten is. Voor de foutoplossing moet u contact opnemen met de servicedienst.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave