• Van buitenaf, bijvoorbeeld transportschade, schade
als gevolg van stoten en schokken, weersinvloeden
of andere natuurlijke fenomenen.
• Service of reparatie aan of het openen van de
computer door een persoon die hiertoe geen
toestemming heeft van de fabrikant.
• Druktesten die niet in water worden uitgevoerd.
• Duikongevallen.
In landen van de Europese Unie valt de garantie op dit
product onder de Europese wetgeving die in iedere
lidstaat van de EU van kracht is.
Als u aanspraak maakt op garantie, moet u het product
samen met het gedateerde bewijs van aankoop
inleveren bij een Authorized SCUBAPRO Dealer. Ga naar
www.scubapro.com
7 .
NALEVING
7 .1 Kennisgevingen inzake regelgeving CE
7 .1 .1
Europese Richtlijn voor radioapparatuur
Hierbij verklaart Uwatec AG dat de radioapparatuur van
het type PAN1740 voldoet aan de Richtlijn 2014/53/
EU.
7 .1 .2
Europese regelgeving inzake persoonlijke
beschermingsmiddelen
De SCUBAPRO GALILEO 3 en de SCUBAPRO
hogedrukzender vormen als combinatie een persoonlijk
beschermingsmiddel van categorie III overeenkomstig
de essentiële veiligheidseisen van Europese Verordening
2016/425. De erkende testinstantie nr. 0474, RINA
SpA, Via Corsica 12, 16128 Genua, Italië heeft de CE-
typegoedkeuring voor bovengenoemde combinatie
uitgevoerd en vastgesteld dat deze voldoet aan de
Europese norm EN250:2014. De certificering geldt
voor een maximale diepte van 50 meter zoals bepaald
in de norm EN250:2014.
7 .1 .3
Europese norm voor dieptemeters
De Galileo 3 voldoet ook aan de Europese norm
EN13319:2000 (EN 13319:2000 – Dieptemeters en
gecombineerde diepte- en tijdmeetinstrumenten –
Functionele en veiligheidseisen, beproevingsmethoden).
7 .1 .4
Europese Richtlijn inzake
elektromagnetische compatibiliteit
Het duikinstrument Galileo 3 voldoet aan de Europese
Richtlijn 2014/30/EU.
7 .1 .5
Europese verklaring van conformiteit
De volledige tekst van de Europese verklaring van
overeenstemming is beschikbaar op www.scubapro.eu/
nl/conformiteitsverklaringen-scubapro.
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 3
voor een dealer bij u in de buurt.
7 .2 Kennisgevingen inzake regelgeving
FCC en ISED
Verklaring inzake modificatie
7 .2 .1
Uwatec keurt wijzigingen of modificaties aan dit
apparaat door de gebruiker niet goed. In het geval
van wijzigingen of modificaties komt het recht van de
gebruiker om deze apparatuur te gebruiken te vervallen.
7 .2 .2
Verklaring inzake interferentie
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-regelgeving
en aan de RSS norm(en) van Industry Canada inzake van
vergunning vrijgestelde apparatuur. Gebruik is onderhevig
aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat
mag geen storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet
bestand zijn tegen elke storing die het ontvangt, inclusief
storing die kan leiden tot ongewenst functioneren.
7 .2 .3
Kennisgeving inzake draadloos
Deze apparatuur voldoet aan de limieten voor blootstelling
aan radioactieve straling die de FCC/ISED heeft gesteld
voor de onbeveiligde omgeving, en voldoet aan de
richtlijnen die de FCC heeft opgesteld voor blootstelling aan
radiofrequentie (RF), en aan RSS‐102 van de regelgeving
van de ISED inzake blootstelling aan radiofrequentie (RF).
Deze zender mag niet worden geplaatst bij of worden
gebruikt samen met een andere antenne of zender.
De Galileo 3 bevat FCC ID: T7V1740. De FCC-
ID kan elektronisch worden weergegeven in 6.1
Apparatuurgegevens.
7 .2 .4
FCC-kennisgeving inzake digitale
apparatuur uit klasse B
Deze apparatuur is getest en in overeenstemming
bevonden met de limieten voor een digitaal apparaat
uit klasse B, conform Deel 15 van de FCC-regelgeving.
Deze limieten zijn bepaald met het oog op een redelijke
bescherming tegen schadelijke interferentie in een
woonomgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt
radiogolven en kan mogelijk radiogolven uitzenden. De
apparatuur kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt
overeenkomstig de instructies, schadelijke interferentie
bij radiocommunicatie veroorzaken. Er bestaat echter
geen garantie dat er geen interferentie optreedt in
een specifieke installatie. Indien dit apparaat toch
schadelijke interferentie op de ontvangst van radio
of televisie veroorzaakt, wat vastgesteld kan worden
door de apparatuur uit en weer aan te schakelen, dan
wordt de gebruiker aanbevolen om de interferentie te
corrigeren door één van de volgende maatregelen uit
te voeren:
1. Richt of plaats de ontvangstantenne opnieuw.
2. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de
ontvanger.
3. Sluit de apparatuur op een stopcontact in een
ander circuit aan dan het circuit waarop de
ontvanger is aangesloten.
4. Vraag advies aan de dealer of aan een ervaren
radio- of televisiemonteur.
7 .2 .5
CAN ICES-3 (B) / NMB-3 (B)
Dit digitale apparaat uit Klasse B voldoet aan de
Canadese ICES-003-norm.
83