2 .3 .5
Alarm bij lage hartslag
De Galileo 3 kan een alarm afgeven als uw hartslag
onder een vooraf ingestelde waarde komt. Het alarm kan
worden ingesteld tussen 35 en 100 slagen per minuut.
2 .3 .6
Het alarm voor de opstijgsnelheid
instellen
De Galileo 3 kan een alarm afgeven als u sneller opstijgt
dan vooraf ingesteld. U kunt een waarde tussen 0,1 en
5,0 meter/ 1 en 15 ft per seconde instellen.
2 .3 .7
Waterdichtheid
Er bestaat direct verband tussen het gewicht van de
waterkolom en de druk die deze uitoefent. Het gewicht
wordt berekend door vermenigvuldiging van de diepte
met de dichtheid van het water. De diepte die door
een duikcomputer wordt weergegeven, wordt dus
verkregen door meting van de absolute druk.
De waterdichtheid heeft echter te maken met het
zoutgehalte. Als u een bepaalde diepte in een plas (zoet
water) vergelijkt met diezelfde diepte in zee (zout water),
is de druk niet gelijk.
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 3
Het verschil is erg klein en wordt uitgedrukt als
percentage van de weergegeven diepte (ongeveer 3%).
In de modi Scuba en Dieptemeter kunt u instellen of u
in zoet of zout water duikt.
Een
decompressieberekening
absolute druk, dus het maakt niet uit of de Galileo 3
in zout water is ingesteld op zoet water of andersom.
De dieptemeting zal iets afwijken (ongeveer 1 meter/3
ft per 40 meter/130 ft), maar dat heeft geen gevolgen
voor de decompressieberekening - deze wordt correct
uitgevoerd.
Bij freediven, waarbij geen decompressieberekeningen
plaatsvinden, kan de maximaal bereikte diepte het
ultieme doel van de duik zijn. Het spreekt voor zich dat
een nauwkeurige meting van de diepte van het grootste
belang is. In de Galileo 3 kunt u de waterdichtheid in
stappen van 0,001 kg/l instellen tussen 1000 kg/l en
1050 kg/l. Ter informatie: de dichtheid van zout water
is in de modi Scuba en Dieptemeter ingesteld op 1,025
kg/l.
2 .3 .8
De totale diepte van de sessie instellen
Om de totale drukverandering tijdens een freedivesessie
weer te geven heeft de Galileo 3 een teller voor
de cumulatieve totale diepte. De teller kan worden
ingesteld tussen 100 meter/300 ft en 1000 meter/3301
ft. Wanneer u de cumulatieve totale diepte bereikt,
waarschuwt de Galileo 3 u boven water dat het tijd
wordt om de sessie te beëindigen en rust te nemen.
2 .3 .9
Alarm oppervlakte-interval instellen
Freedive-organisaties geven diverse aanbevelingen
voor het oppervlakte-interval tussen de duiken door op
basis van duiktijd of diepte. De Galileo 3 heeft een teller
voor het oppervlakte-interval die door middel van een
eenvoudige som het oppervlakte-interval in seconden
bepaalt. De Galileo 3 voert deze berekening uit aan de
hand van de volgende formule:
Oppervlakte-interval vóór de volgende duik = druk
(diepte) * vierkantswortel van duiktijd * SIF.
Enkele waarden staan als referentie in de volgende
tabel:
is
gebaseerd
op
25