HANDLEIDING SCUBAPRO AIR2 - 5 GENERATION (OCTOPUS/INFLATOR) INHOUD 1. Belangrijke waarschuwingen ................4 2. Europese Certificering ...................4 De EN 250:2014-norm en de betekenis ervan ..........4 2.2 Definitie van een duiktoestel volgens de norm EN250:2014 ......5 2.3 Beperkingen voorzien in EN250:2014 ..............5 2.4 Octopus (reserve-ademhalingssysteem) ............6 3. Belangrijke aandachtspunten ................6 4. Ademautomaatsysteem ..................7 Eerste trap .......................7 Tweede trap .....................7 4.3...
De SCUBAPRO AIR2 is getest in combinatie met de volgende eerste trappen van SCUBAPRO en heeft met succes de testen voor certificering doorstaan die overeenkomstig EN250:2014 zijn vereist voor een reserve-ademhalingssysteem dat is geïntegreerd in het inflatormechanisme van het trimjacket. MK2 EVO, MK11, MK17 EVO, MK19 EVO, MK21, MK25 EVO. ! WAARSCHUWING De AIR2 is uitsluitend gecertificeerd voor gebruik als reserve-ademhalingssysteem met SCUBAPRO eerste trappen. In de handleiding voor SCUBAPRO ademautomaten vindt u meer informatie.
! WAARSCHUWING De AIR2 mag uitsluitend met trimjackets van SCUBAPRO worden gebruikt voor het regelen van het drijfvermogen. In de handleiding voor SCUBAPRO trimjackets vindt u meer informatie. ! WAARSCHUWING In overeenstemming met de Europese normen kan de AIR2 uitsluitend worden beschouwd als gecertificeerd indien alle onderdelen aanwezig zijn conform de oorspronkelijke SCUBAPRO-configuratie, inclusief de bijgeleverde lagedrukslang.
Een duikset met octopus wordt gedefinieerd als een tweede trap die ook is aangesloten op de eerste trap van de primaire ademautomaat. De EN250:2014 definieert de minimale veiligheidseisen, testen en maximale diepte (30 meter) in het geval dat het duiktoestel door twee duikers tegelijk wordt gebruikt, waarbij de octopus in geval van nood dient als reserve-automaat en wordt gebruikt door een andere duiker. In de EN250:2014-norm worden ook de minimale veiligheidseisen gedefinieerd voor een reserve-ademhalingssysteem dat is geïntegreerd in een inflatormechanisme van een trimjacket en wordt gebruikt als ademautomaat in geval van nood (AIR2). 3. BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN Wij vragen met het oog op uw veiligheid bij het gebruik van SCUBAPRO levensondersteunende apparatuur uw aandacht voor het volgende: 1. Gebruik de apparatuur in overeenstemming met de aanwijzingen die in deze handleiding staan vermeld, en niet voordat u alle aanwijzingen en waarschuwingen heeft gelezen en begrijpt. 2. Gebruik van de apparatuur is beperkt tot de toepassingen als vermeld in deze handleiding en tot toepassingen die SCUBAPRO schriftelijk heeft goedgekeurd. 3. Cilinders mogen uitsluitend gevuld worden met gecomprimeerde atmosferische lucht conform de norm EN 12021. Indien zich in de cilinder vocht bevindt, kan dit niet alleen leiden tot corrosie van de cilinder, maar ook tot bevriezing en als gevolg daarvan een slechte werking van de ademautomaat tijdens duiken bij lage temperaturen (onder 10°C). Duikcilinders moeten conform de lokale regelgeving inzake het transport van gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Op het gebruik van duikcilinders is de wetgeving...
SCUBAPRO wijst alle verantwoordelijkheid voor schade als gevolg van het niet naleven van de aanwijzingen in deze handleiding van de hand. Deze aanwijzingen breiden de garantie of de verantwoordelijkheden als vermeld in de SCUBAPRO verkoop- en leveringsvoorwaarden niet uit. ! WAARSCHUWING Sluit uw AIR2 niet aan op de bovenste van de middelste lagedrukpoorten van een eerste trap met een kop. Vanwege de axiale High Flow werkt de AIR2 dan mogelijk niet goed. 4. ADEMAUTOMAATSYSTEEM Een ademautomaatsysteem verlaagt de druk van de gecomprimeerde lucht in de cilinder tot omgevingsdruk zodat het systeem indien nodig ademlucht levert. Ook is het mogelijk op dit systeem een manometer (analoog of digitaal), een lagedrukinflator van een trimjacket en/ of droogpak en andere apparatuur aan te sluiten. Het systeem bestaat uit meerdere delen:...
5. KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK Voordat u de duikset in elkaar zet, moet u controleren of alle componenten voldoen aan de plaatselijke of Europese standaards. • Voordat u de eerste trap op de cilinder plaatst, controleert u of er zich geen vuil (zand, deeltjes) op de aansluiting bevindt en of de o-ring niet beschadigd is. • Internationale aansluiting (beugel): plaats de beugel van de eerste trap over de afsluiter van de cilinder nadat u gecontroleerd heeft of deze vrij van vuil is. Controleer of de positie van de raakvlakken juist is en draai de schroef van de beugel vast. Voor optimaal comfort moet de lagedrukslang tussen de eerste trap en tweede trap horizontaal over uw rechterschouder lopen (afb. 1). • DIN-aansluiting: schroef de connector van de eerste trap op de afsluiter van de cilinder nadat u gecontroleerd heeft of deze vrij van vuil is. Voordat u het handwiel aandraait, controleert u of het schroefdraad van de DIN-aansluiting en de afsluiter overeenkomen en de connector niet scheef zit. Voor optimaal comfort moet de lagedrukslang tussen de eerste trap en tweede trap horizontaal over uw rechterschouder lopen (afb. 2). Afb. 1 Afb. 2 • Stel het draagsysteem/trimjacket af (zie de gebruikershandleiding van het desbetreffende product). Zodra u dit heeft gedaan, moet de cilinder goed vast zitten. Let op dat de cilinder niet uit de band kan glijden. • Voer een vacuümtest uit. Adem langzaam uit de tweede trap terwijl de afsluiter van de cilinder dicht is. Het moet mogelijk zijn om een minimale negatieve druk te bereiken en te behouden zonder dat er lucht in het systeem komt. Deze test dient u uit te voeren met elke tweede trap die op de duikset is aangesloten. • Voer vervolgens een hogedruklektest uit. Open de afsluiter van de cilinder langzaam, controleer op lekkage en kijk op de manometer wat de druk is. 5.1 Waarschuwing bij in elkaar zetten en gebruik ! WAARSCHUWING Wanneer u de afsluiter van de cilinder opent, mag de voorzijde van de manometer niet gericht zijn op de gebruiker of anderen, voor het geval de manometer defect is.
! WAARSCHUWING Druk de loosknop bij lage temperaturen niet in. Doet u dat wel, dan kan de tweede trap bevriezen. • Sluit de afsluiter van de cilinder en kijk nogmaals op de manometer. Tijdens de eerste minuut mag de weergegeven druk niet zakken. Open vervolgens opnieuw de afsluiter. • Als de afsluiter van de cilinder is voorzien van een reservestang, controleer dan of deze ongehinderd omlaag getrokken kan worden. Als u van plan bent de reserve te gebruiken, controleert u of het reservemechanisme in de juiste stand staat (omhoog). • Controleer of de complete duikset goed werkt: adem enkele malen diep in en weer uit terwijl de afsluiter van de cilinder geopend is en u de tweede trap in uw mond heeft. • Controleer of alle apparatuur die op de duikset is aangesloten, juist werkt. Kijk bijvoorbeeld of de lagedrukinflator van het trimjacket (of het inlaatventiel van het droogpak) werkt. ! WAARSCHUWING Sluit een lagedrukslang nooit op een hogedrukpoort aan. Het draad van beide is niet gelijk en niet compatibel.
Afb. 3 ! WAARSCHUWING In het geval van trimjackets met een CO -patroon (kooldioxide) is het mogelijk dat onder bepaalde omstandigheden CO uit het jacket wordt ingeademd. Indien het -mechanisme is geactiveerd, druk de ontluchtknop dan niet opnieuw in met het mondstuk in uw mond en blaas niet met de mond lucht in het trimjacket.
! WAARSCHUWING Alle duiken moeten zodanig worden gepland en uitgevoerd dat u aan het einde van de duik een redelijke luchtreserve voor noodsituaties heeft. Een reserve van 50 bar wordt aangeraden. Afb. 4 6.3 Na de duik Sluit de afsluiter van de cilinder en ontlucht het systeem met behulp van de loosknop op de tweede trappen. Zodra er geen druk meer op het systeem staat, kunt u de eerste trap van de afsluiter halen. Alle inlaten van de eerste trap moeten met de bijgeleverde beschermkappen worden gesloten zodat er geen vuil of vocht in de eerste trap kan komen. Als de afsluiter van de cilinder is voorzien van een reservesysteem, moet u het mechanisme in de stand “open” (helemaal omlaag) zetten, waarmee u aangeeft dat de cilinder moet worden gevuld.
Pagina 12
Een SCUBAPRO ademautomaat moet elke 2 jaar aan een onderhoudsbeurt worden onderworpen door een Authorized SCUBAPRO servicemonteur. Dit onderhoud is verplicht in het kader van de beperkte levenslange garantie. Raadpleeg voor meer informatie de garantiebepalingen van Johnson Outdoors. SCUBAPRO adviseert om ademautomaten die veel worden gebruikt (100+ duiken per jaar), elke 6 maanden worden gecontroleerd en eenmaal per jaar aan een onderhoudsbeurt worden onderworpen. Het onderhoud wordt uitgevoerd door erkende SCUBAPRO dealers die herkenbaar zijn aan het logo SELECTED DEALER SCUBAPRO. Een overzicht van deze dealers staat ook op www.scubapro.com ! WAARSCHUWING GEBRUIK GEEN siliconenvet op het membraan en/of het uitademstuk. Hierdoor kan het siliconerubber beschadigd raken.
Pagina 14
Manual and Declarations of Conformity on: Benutzerhandbuch und Konformitätserklärung auf: Manuel et déclarations de conformité sur : Manuale e Dichiarazioni di Conformità su: Manual y declaraciones de conformidad en: Handleiding en Conformiteitsverklaringen op: O Manual e as Declarações de Conformidade estão disponíveis em: Руководство и Декларация Соответствия: Kézikönyv és megfelelőségi nyilatkozatok itt: Instrukcja i deklaracja zgodności z przepisami znajduje się: Příručku a Prohlášení o shodě naleznete na stránkách: Priručnik i izjave o sukladnosti na: Bruksanvisning och Försäkran om överensstämmelse finns på: Manual şi Declaraţii de Conformitate pe: 手册及符合性声明: マニュアルおよび適合宣言書はこちら : scubapro.com DECLARATIONS MANUAL OF CONFORMITY...