Als u met meer dan één gasmengsel duikt, geeft de
Galileo 3 de PDIS-diepte overeenkomstig de volgende
regels weer:
• Als de PDIS-stop die wordt berekend voor het
bodemmengsel (gas 1), dieper is dan de diepte
van de gaswissel, wordt deze berekende waarde
weergegeven.
• Als de PDIS-stop die wordt berekend voor gas 1,
ondieper is dan de diepte van de wissel naar gas 2,
is de weergegeven PDIS-stop een functie van gas 2.
Als een gaswissel niet plaatsvindt, berekent de Galileo
3 de PDI-stop voor het mengsel dat geademd wordt.
3 .11 .4 Duiken met PDIS
F
OPMERKING: U moet PDIS inschakelen om de
functie te kunnen gebruiken (zie PDIS inschakelen).
Als de berekende PDIS-stop dieper is dan 8 meter/25
ft, toont de Galileo 3 deze in het display totdat u tijdens
de opstijging op deze diepte komt. De weergegeven
waarde verandert tijdens de duik: de Galileo 3
registreert immers de opname van stikstof in de 16
compartimenten en werkt de diepte van de PDIS
continu bij.
De PDIS-diepte staat in het middelste venster. Zodra u
tijdens de opstijging van een duik binnen de nultijd deze
diepte bereikt, worden er twee minuten afgeteld. Er zijn
3 situaties mogelijk:
1. U heeft 2 minuten doorgebracht op een diepte die
niet meer dan 3 meter/10 ft boven de aangegeven
diepte ligt. De timer verdwijnt en in het venster met
overige informatie staat OK ter bevestiging dat de
PDIS is gemaakt.
76
2. U bent meer dan 0,5 meter/2 ft onder de PDIS
gezakt. De teller verdwijnt en wordt opnieuw
weergegeven, beginnend bij 2 minuten, zodra u
weer de diepte van de PDIS bereikt.
3. U bent tot meer dan 3 meter/10 ft boven de PDIS
opgestegen. De PDIS-waarde en teller verdwijnen,
en in het venster met overige informatie staat NO,
wat betekent dat er geen PDIS is gemaakt.
F
OPMERKING: De Galileo 3 geeft geen waarschuwing
als u een PDI-stop heeft gemist.
Als u een MB-level heeft ingesteld, werkt PDIS op
dezelfde manier als hierboven beschreven. In het geval
van een MB-level vinden de stops eerder en dieper
plaats dan bij L0. Het is dan ook mogelijk dat de PDIS
later wordt weergegeven of dat er tijdens bepaalde
duiken geen PDIS wordt getoond. Dat is bijvoorbeeld
mogelijk in het geval van een ondiepe duik met lucht
(21% zuurstof) en MB-level 5.
3 .12 Duiken in de modus Dieptemeter
In de dieptemetermodus heeft u keuze tussen de
schermconfiguraties Classic en Light. In menu 7.1
Schermconfiguratie (Screen configuration) kunt u
tussen deze twee schermen schakelen.
Classic DIEPTEMETER
F
OPMERKING: Hoe u de modus Classic Dieptemeter
van de Galileo 3 gebruikt, leest u onder Functie
van draairing tijdens duik.
Light DIEPTEMETER
Wanneer de Galileo 3 in de modus Dieptemeter staat,
worden alleen diepte, tijd en temperatuur bewaakt en
worden er geen decompressieberekeningen uitgevoerd.
U kunt de computer alleen in de dieptemetermodus
zetten als de reststikstoftijd volledig is verstreken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 3