Inhoudsopgave
Advertenties
De verboden hoogteklassen worden met gele blokjes
in het bergsymbool weergegeven. Mogelijk ziet u ook
grijze blokjes: deze geven de huidige hoogte aan.
In bovenstaand voorbeeld bevindt de duiker zich
in hoogteklasse 1 en zijn de hoogten vanaf klasse 4
verboden voor hem.
De Galileo 3 kan een hoogtewaarschuwing afgeven.
Wanneer u op een hoogte komt die volgens de Galileo
3 niet samengaat met uw huidige reststikstofniveau,
krijgt u een hoogtewaarschuwing.
3 .4 .4
Decompressieduiken in bergmeren
Ten behoeve van optimale decompressie op grotere
hoogten start de decompressiestop in hoogteklassen
1, 2 en 3 op 2 meter/7 ft.
Als de atmosferische druk lager is dan 610 mbar (op
hoogten boven de 4000 m/13300 ft), voert de Galileo 3
geen decompressieberekeningen meer uit (automatische
overschakeling naar modus Dieptemeter). Ook de
duikplanner is in deze hoogteklasse niet beschikbaar.
3 .5 Duiken met nitrox
Met de term nitrox wordt verwezen naar ademmengsels
bestaande
uit
zuurstofpercentage boven de 21% (lucht). Aangezien
nitrox minder stikstof bevat dan lucht, neemt het
lichaam in vergelijking met gewone ademlucht op
dezelfde diepte minder stikstof op.
Maar de hogere concentratie zuurstof in nitrox
betekent op dezelfde diepte ook een hogere partiële
zuurstofdruk (ppO
blootstelling aan een hoge partiële zuurstofdruk kunnen
er vergiftigingsverschijnselen optreden.
Deze verschijnselen kunnen in twee categorieën worden
onderverdeeld:
1. Plotseling optredende effecten als gevolg
van een partiële zuurstofdruk boven de 1,4
bar. Deze effecten houden geen verband met
langdurige blootstelling aan een hoge partiële
zuurstofdruk. Dergelijke plotselinge effecten kunnen
verschillen en zijn afhankelijk van de exacte partiële
druk op dat moment. Algemeen wordt een limiet
van 1,4 bar tijdens het actieve deel van de duik
aanvaard en is de maximale partiële zuurstofdruk
1,6 bar.
2. Effecten na langdurige blootstelling aan
een partiële zuurstofdruk van meer dan 0,5
bar tijdens herhalingsduiken en/of lange
duiken. Dit kan van invloed zijn op het centrale
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 3
zuurstof
en
stikstof
) in het ademmengsel. In geval van
2
zenuwstelsel en kan schade aan longen en
andere vitale organen veroorzaken. Langdurige
blootstelling kan worden onderverdeeld in de
ernstigere effecten op het centrale zenuwstelsel en
de minder gevaarlijke effecten op de longen.
De Galileo 3 gaat op de volgende manier om met de
effecten van een hoog ppO
• Plotseling optredende effecten. Er is op de
Galileo 3 een MOD-alarm ingesteld voor de
ppO
max die de gebruiker heeft ingesteld. Wanneer
2
u het zuurstofpercentage voor de duik instelt, laat
de Galileo 3 u de overeenkomstige MOD voor de
ingestelde ppO
de ppO
max af fabriek is 1,4 bar. Dit kunt u wijzigen
2
in een waarde tussen 1,0 en 1,6 bar. U kunt het
alarm ook uitschakelen. Onder ppO
meer over het wijzigen van deze instelling.
• Effecten na langdurige blootstelling. De Galileo 3
'traceert' de blootstelling aan de hand van de CNS
O
-klok. De effecten kunnen zich voordoen als de
2
mate van blootstelling 100% of hoger is. De Galileo
3 geeft een alarm af bij het bereiken van deze CNS
O
-waarde. De Galileo 3 kan u ook waarschuwen
2
als het CNS O
75%). De CNS O
de ppO
max die de gebruiker heeft ingesteld.
2
Waarschuwing bij CNS O
kunnen tijdens een duik worden geactiveerd (zie CNS
O
= 75 en CNS O
2
de resterende CNS O
het display met huidige duikinstellingen indien lager dan
40%. Wanneer CNS O
waarschuwing en teller NO DIVE getoond.
met
een
De waarde van CNS O
Duikplanner (Dive Planner). De huidige waarde wordt
getoond wanneer Extra opp.int. (Add surf. int.) is 0 uur.
en langdurige blootstelling:
2
max zien. De standaardwaarde van
2
max leest u
2
-niveau 75% is (zie onder CNS O
2
-klok staat los van de waarde van
2
75% en alarm bij 100%
2
= 100%), waarbij de waarde van
2
na een duik wordt getoond in
2
hoger dan 40% is, worden de
2
na een duik staat in het menu 9.
2
=
2
57
Advertenties
Inhoudsopgave
