3 .8 .2
Bladwijzers instellen
Als u op de knop BOOK drukt, kunt u bladwijzers
instellen om bepaalde momenten tijdens de duik te
markeren. De bladwijzers worden opgenomen in het
duikprofiel in LogTRAK.
F
OPMERKING: Wanneer u in de modus Classic
SCUBA op BOOK drukt, reset u de stopwatch
wanneer de timer in het display actief is.
3 .8 .3
Stopwatch
In veel gevallen is een eenvoudige stopwatch tijdens
de duik een uitkomst (tijdgebonden opdrachten tijdens
cursussen).
De Galileo 3 beschikt in de modus Scuba over
een stopwatch. De stopwatch wordt geopend met
de pijltjestoetsen. Wanneer de stopwatch wordt
weergegeven, kunt u deze resetten met de knop
BOOK. De timer begint te tellen zodra u onder gaat.
Reset u de stopwatch, dan wordt een bladwijzer
aangemaakt, die wordt opgenomen in het duikprofiel
in LogTRAK.
3 .8 .4
Timer voor de veiligheidsstop
Wanneer u tijdens de duik minimaal op een diepte
van 10 meter/30 ft bent geweest, telt de timer voor
de veiligheidsstop op een diepte van 5 meter/15
ft automatisch af. Als u dieper dan 6,5 meter/20 ft
komt, verdwijnt de timer en wordt de nultijd opnieuw
weergegeven. Komt u weer op 5 meter/15 ft, dan start
de timer automatisch.
De timer van de veiligheidsstop kan worden geopend
met een druk op de knop TIMER.
F
OPMERKING: Bent u niet dieper dan 10 meter/30
ft geweest, dan activeert u de timer van de
veiligheidsstop door op de knop TIMER te drukken.
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 3
3 .8 .5
Displayverlichting
In het menu 6.3 Duur verlichting (Backlight duration)
kunt u de duur en functie van de verlichting instellen.
Normaal gesproken wordt de verlichting gedimd – druk
op de knop LIGHT voor meer licht.
F
OPMERKING: Het display wordt uitgeschakeld
wanneer de energiebesparende modus wordt
geactiveerd (zodra de batterijspanning één blokje is).
Druk op de rechterknop om het display gedurende
10 seconden te verlichten.
3 .8 .6
Kompas
Houd de knop LIGHT/DIM ingedrukt om het kompas
in te schakelen. Het kompasscherm wordt geopend
– u ziet een grote kompasroos en de belangrijkste
informatie van de duik wordt numeriek weergegeven.
3 .9 Duiken met MB-levels
Microbellen (MB) zijn kleine belletjes die zich tijdens een
duik in het lichaam van een duiker vormen en normaal
gesproken tijdens de opstijging en na de duik aan
de oppervlakte weer op natuurlijke wijze verdwijnen.
Als u binnen de nultijd duikt en decompressiestops
respecteert, wil dat niet zeggen dat zich in de bloedbaan
geen microbellen vormen.
Gevaarlijke microbellen zijn de bellen die in de
slagaderlijke bloedsomloop terechtkomen. De reden
dat de microbellen vanuit de aderen in de slagaderen
terechtkomen, kan zijn dat zich in de longen veel
microbellen opeenhopen. SCUBAPRO heeft in de
Galileo 3 technologie geïntegreerd om duikers tegen
deze microbellen te beschermen.
Met de Galileo 3 kunt u op basis van uw specifieke
wensen een MB-level kiezen waardoor u in meer of
mindere mate tegen microbellen bent beschermd.
Duiken met MB-levels betekent extra stops tijdens de
opstijging (levelstops) – hierdoor stijgt u langzamer op en
krijgt het lichaam meer tijd om reststikstof af te geven.
Dit remt de vorming van microbellen en kan de veiligheid
vergroten.
De Galileo 3 kent 10 MB-levels (L0- L9). Level L0 komt
overeen met het bekende decompressiemodel ZH-
L16 ADT van SCUBAPRO en vereist geen levelstops
vanwege de vorming van microbellen. De levels L1 tot
en met L9 bieden extra bescherming tegen de vorming
van microbellen – de bescherming is het grootst met L9.
Net als de informatie tijdens decompressieduiken of
duiken binnen de nultijd geeft de Galileo 3 de diepte
73