1.0 Algemeen
Advies ter voorkoming van strooifouten:
1. De kunstmest zorgvuldig opslaan (d.w.z. droog en gescheiden naar soort
en leverancier)
2. De machine aan de hand van de strooitabel afstellen of volgens advies
van de kunstmestservice.
3. Voor begin van het strooien een afdraaiproef uitvoeren.
4. Voor onbekende meststoffen alsmede voor een algemene controle van
de instelling van de strooischoepen een afdraaiproef uitvoeren met de
"mobile proefstand" (extra uitvoering).
5. In de trechters zorgen de twee roterende roerkoppen (fig. 1) voor een
gelijkmatige toevoer van de kunstmest naar de doseerschuiven. Bij
sommige meststoffen, zoals b.v. ureum of zaad voor de groenbemesting,
de opzetstukken verwijderen en beslist de overslagpennen tegen de
draairichting in monteren (zie fig. 2). De adviezen uit de strooitabel
opvolgen.
Verklaring van de gebruikte symbolen
Het aftakastoerental bedraagt normaal 540 t/min. Eventueel afwijkende
toerentallen worden de strooitabel afzonderlijk vermeld.
m
werkbreedte [m]
afstand tot des
perceelgrens [m]
afstand tot de
rand van het veld [m]
5