9. Als u in stap 8
Verst
of
begeleidingslijn. Bepaal of de lijn veilig om bekende obstakels heen gaat en of de route met koerswijzigingen
een efficiënte route is.
De automatische begeleidingslijn zorgt dat u ver bij obstakels in open water uit de buurt blijft, ook als u Afstand
kustlijn instelt op Nabij of Dichtstbijzijnd. Dit betekent dat de kaartplotter de positie van de automatische
begeleidingslijn wellicht niet wijzigt, tenzij navigatie door nauw vaarwater is vereist voor de in stap 3
geselecteerde bestemming.
10. Herhaal stap 1 t/m 9 in ieder geval nog één keer. Hanteer daarbij elke keer een andere afstand tot u vertrouwd
bent met de functionaliteit van de instelling Afstand kustlijn.
De koersreferentie instellen
U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het berekenen van de voorliggende koers.
1. Selecteer
instellen
>
2. Voer een actie uit:
• Selecteer
Auto magnetisch
locatie automatisch in te stellen.
• Selecteer
Waar
om het ware noorden in te stellen als de koersreferentie.
grid
• Selecteer
om het grid (noorden) in te stellen als de koersreferentie (000º).
• Selecteer
gebruiker magnetisch
u een toestel uit de GPSMAP 6000-serie gebruikt, geeft u de magnetische afwijking op aan de hand van de
tuimelknop of het numerieke toetsenblok. Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
Selecteer gereed.
Coördinatensystemen
De coördinatensystemen op basis van positieformaat of kaartdatum instellen
U kunt zowel het positieformaat waarin een bepaalde locatiemeting wordt weergegeven als het coördinatensysteem
voor de structuur van de kaart instellen. Het standaardcoördinatensysteem is WGS 84.
OpMErKiNg: wijzig het coördinatensysteem op basis van positieformaat of kaartdatum alleen als u een kaart
gebruikt die een ander positieformaat voorschrijft.
1. Selecteer
instellen
>
2. Voer een actie uit:
positieformaat
• Selecteer
Selecteer vervolgens een positieformaat.
Kaartdatum
• Selecteer
Selecteer daarna een coördinatensysteem.
De tijd instellen
instellen
1. Selecteer
>
2. Voer een actie uit:
• Selecteer
Tijdformaat
uur
of
UTC
(Universal Time Coordinate).
• Selecteer
Tijdzone
GPSMAP
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
®
Dichtstbijzijnd
hebt gekozen, controleert u de plaatsing van de automatische
Voorkeuren
>
Eenheden
(automatische magnetische afwijking) om de magnetische afwijking voor uw
om de waarde voor de magnetische afwijking handmatig in te stellen. Als
Voorkeuren
>
Eenheden
om het formaat te bepalen waarin een bepaalde locatiemeting wordt weergegeven.
om het coördinatensysteem in te stellen dat de structuur van de kaart bepaalt.
Voorkeuren
Eenheden
>
om een standaard voor het bijhouden van de tijd in te stellen. Selecteer
>
Auto
om de tijdzone automatisch te laten instellen door de kaartplotter.
>
Koers
in het startscherm.
in het startscherm.
Tijd
>
in het startscherm.
Het toestel instellen
12
uur,
24
61