Pagina 2
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Connect IQ functies downloaden..16 verzenden..........8 Connect IQ functies downloaden via Een SOS-noodoproep annuleren..8 uw computer........16 Connect IQ widgets weergeven..16 Het toestel testen......9 Garmin Explore........16 inReach gegevens synchroniseren..9 Navigatie........17 Navigeren naar een bestemming..17 Contactpersonen......9 Inhoudsopgave...
Pagina 4
Navigeren met de kaart..... 17 Een koers maken met de kaart..23 Navigeren met het kompas....17 Over een opgeslagen koers navigeren........... 23 Stoppen met navigeren..... 17 Een koers wijzigen......24 Via-punten..........17 De naam van een koers wijzigen..24 Een waypoint maken......18 Een opgeslagen koers op de kaart Naar een waypoint navigeren...
Pagina 5
42 Een profiel selecteren......33 Toestelinformatie......42 De oppervlakte van een gebied berekenen..........33 Productupdates........42 De VIRB afstandsbediening Garmin Express instellen....42 gebruiken..........33 Meer informatie........43 De zaklamp gebruiken......34 Batterijgegevens........43 Satellietpagina........34 Levensduur van de batterijen GPS-satellietinstellingen....
Pagina 6
Appendix........48 Gegevensvelden........48 Meer informatie........51 Optionele accessoires......51 tempe..........51 Tips voor het koppelen van ANT+ accessoires met uw Garmin toestel..........51 Problemen oplossen......51 Het toestel opnieuw opstarten..51 Hartslagzones........51 Fitnessdoelstellingen......52 Berekeningen van hartslagzones..52...
Aan de slag WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Overzicht van het toestel Interne Iridium en GNSS-antenne ® aan-uitknop SOS-knop Knoppen Micro-USB-poort (onder beschermkapje) Zaklamp microSD kaartsleuf (onder beschermkap) ®...
Statuslampje Het statuslampje geeft extra informatie over de toestelstatus. Activiteit statuslampje Status Knippert twee keer groen U hebt een ongelezen bericht. Knippert groen Het toestel bevindt zich in de expeditiemodus. Het toestel heeft geen vrij zicht op de lucht. Knippert rood Het oplaadniveau van de batterij...
Knoppen FIND Selecteer om het zoekmenu te openen. MARK Selecteer om uw huidige locatie als waypoint op te slaan. Selecteer om te annuleren of om terug te gaan naar het vorige menu of de vorige pagina. QUIT Selecteer om door de hoofdpagina's te bladeren. Selecteer om opties te selecteren en berichten te bevestigen.
3 Laad het toestel volledig op. Het toestel activeren Voordat u de inReach functies van uw GPSMAP 66i toestel kunt gebruiken, moet u het activeren. 1 Maak een account en kies een satellietabonnement op explore.garmin.com. 2 Het toestel inschakelen.
Activeer uw GPSMAP 66i toestel om er optimaal van te profiteren. Als u het toestel activeert, kunt u inReach functies gebruiken, zoals berichten, SOS en inReach weer.
Meldingen: Waarschuwt u voor inkomende inReach berichten. Tracking U kunt de trackingfunctie gebruiken om spoorpunten vast te leggen en via het Iridium satellietnetwerk te verzenden volgens het opgegeven verzendinterval. Spoorpunten worden weergegeven op de Garmin Explore website en de MapShare ™...
In een noodgeval kunt u met uw GPSMAP 66i toestel contact opnemen met het Garmin Response centrum, waar u om hulp kunt vragen. Door op de SOS-knop te drukken wordt een bericht verzonden naar het Garmin Response team, dat vervolgens de juiste hulpverleners op de hoogte brengt van uw situatie. Tijdens het noodgeval kunt u communiceren met het Garmin Response team terwijl u wacht op de hulpverleners.
Een SOS-reddingsactie initiëren U kunt een SOS-reddingsactie starten als het toestel is ingeschakeld of uitgeschakeld als het toestel batterijvoeding heeft. 1 Til het beschermkapje van de SOS-knop omhoog. 2 Houd SOS ingedrukt. 3 Wacht tot SOS-aftelling begint. Het toestel stuurt een standaardbericht naar de noodhulpdienst met details over uw locatie. 4 Beantwoord het bevestigingsbericht van de noodhulpdienst.
U kunt gegevens van uw Garmin Explore account naar uw toestel synchroniseren met behulp van de Garmin Explore app. Nadat u uw gegevens, zoals contactpersonen, vooraf ingestelde berichten of snelle sms-berichten, hebt bewerkt, moet u deze naar uw toestel synchroniseren met behulp van de mobiele app.
Kaart geeft uw positie op de kaart aan. Terwijl u zich verplaatst, beweegt, om uw route aan te geven. Afhankelijk van uw zoomniveau kunnen waypointnamen en -symbolen op de kaart worden weergegeven. U kunt inzoomen op de kaart voor meer details. Als u naar een bestemming navigeert, wordt de route met een gekleurde lijn op de kaart gemarkeerd.
Geavanceerde kaartinstellingen Select op de kaart MENU, en selecteer Kaartinstellingen > Geavanc. instellingen. Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart. Als u Uit selecteert, moet u handmatig in- en uitzoomen. Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden weergegeven. Door het weergeven van meer details is het mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Navigeren met Peil en ga U kunt het toestel op een object in de verte richten, de richting vergrendelen en vervolgens naar het object navigeren. 1 Selecteer Peil en ga. 2 Richt het toestel op een object. 3 Selecteer Zet richting vast > Stel koers in. 4 Navigeer met behulp van het kompas.
Tripcomputerinstellingen Selecteer in de tripcomputer MENU. Herstel: Hiermee stelt u alle tripcomputerwaarden op nul in. Als u nauwkeurige reisinformatie wilt hebben, dient u de tripgegevens te herstellen voordat u een reis begint. Wijzig gegevensvelden: Hiermee past u de gegevensvelden van de tripcomputer aan. Wijzig dashboard: Hiermee wijzigt u het thema en de informatie die op het dashboard wordt weergegeven.
BirdsEye beelden: Hiermee kunt u BirdsEye Satellite Imagery rechtstreeks naar uw toestel downloaden wanneer u bent verbonden met een Wi‑Fi netwerk. Garmin Explore: De Garmin Explore app synchroniseert en deelt waypoints, tracks en routes met uw toestel. U kunt ook kaarten downloaden naar uw smartphone voor offline toegang.
• Als u een Android smartphone gebruikt, selecteert u in de Garmin Connect app, Instellingen > Slimme meldingen. Het toestel ontvangt telefoonmeldingen van een gekoppelde iOS telefoon rechtstreeks, en het ontvangt meldingen via de Garmin Connect app op een ®...
Apps: Hiermee kunt u interactieve functies toevoegen aan uw toestel, zoals nieuwe soorten buiten- en fitnessactiviteiten. Connect IQ functies downloaden Voordat u functies kunt downloaden via de Connect IQ app, moet u uw GPSMAP 66i toestel met uw smartphone koppelen (Een smartphone met uw toestel koppelen, pagina 15).
Navigatie U kunt de GPS-navigatiefuncties op uw toestel gebruiken om een opgeslagen activiteit, route of koers te volgen. • Uw toestel registreert uw pad als een activiteit. Activiteiten maken gebruik van corridornavigatie. Tijdens het navigeren over een opgeslagen activiteit kan deze niet opnieuw worden berekend (Opnamen, pagina 21).
Een waypoint maken U kunt uw huidige locatie als waypoint opslaan. 1 Selecteer MARK. 2 Selecteer indien nodig een veld als u wijzigingen in het waypoint wilt aanbrengen. 3 Selecteer Sla op. Naar een waypoint navigeren 1 Selecteer FIND > Waypoints. 2 Selecteer een waypoint.
Een waypoint op de kaart verplaatsen 1 Selecteer Waypoint-beheer. 2 Selecteer een waypoint. 3 Selecteer MENU > Verplaats via-punt. 4 Selecteer een locatie op de kaart. 5 Selecteer Verplaats. Een locatie in de buurt van een waypoint zoeken 1 Selecteer Waypoint-beheer. 2 Selecteer een waypoint.
Een opgeslagen route navigeren 1 Selecteer FIND > Routes. 2 Selecteer een route. 3 Selecteer Ga. Daarop wordt de route standaard als een rechte, gekleurde lijn op de kaart weergegeven. De actieve route weergeven 1 Selecteer tijdens het navigeren van een route Actieve route. 2 Selecteer een punt in de route om meer details weer te geven.
Met de optie FIT wordt uw activiteit vastgelegd met fitnessinformatie die is toegesneden op de Garmin Connect app en voor navigatie kan worden gebruikt. Met de optie FIT en GPX wordt uw activiteit vastgelegd als een traditioneel spoor dat op de kaart kan worden bekeken en kan worden gebruikt voor navigatie, en als een activiteit met fitnessinformatie.
Een spoor maken op basis van een opgeslagen activiteit U kunt een spoor maken op basis van een opgeslagen activiteit. Hiermee kunt u uw spoor draadloos delen met andere compatibele Garmin toestellen. 1 Selecteer Opgen. activiteiten. 2 Selecteer een activiteit.
Koersen Een koers kan meerdere bestemmingen hebben en kan als punt-naar-punt of over navigeerbare wegen worden gevolgd. Koersen worden als FIT-bestanden op het toestel opgeslagen. Een koers maken 1 Selecteer Koersplanner > Maak koers. 2 Selecteer een methode voor het maken van koersen. 3 Selecteer Selecteer eerste punt.
Een koers wijzigen 1 Selecteer Koersplanner. 2 Selecteer een koers. 3 Selecteer MENU > Wijzig koers. 4 Selecteer een punt. 5 Selecteer een optie: • Selecteer Overzicht om het punt op de kaart weer te geven. • Selecteer Wijzig naam om de naam van het punt te wijzigen. •...
Een track of route maken op basis van een opgeslagen koers U kunt een track of route maken op basis van een opgeslagen koers. U kunt de tracks of route volgen op Garmin toestellen die geen routenavigatie ondersteunen. 1 Selecteer Koersplanner.
Een inReach weersvoorspelling bijwerken U kunt een inReach weersverwachting bijwerken die is verlopen of verouderde informatie bevat. Bij het bijwerken van een voorspelling worden dezelfde datakosten of extra kosten in rekening gebracht als bij het aanvragen van een voorspelling. 1 Selecteer inReach weer. 2 Selecteer locatie met een verouderde weersvoorspelling.
2 Selecteer een locatie in de lijst. OPMERKING: U kunt de verwachting voor Mijn locatie niet verwijderen. 3 Selecteer Wis. Gegevensgebruik en geschiedenis U kunt abonnementsdetails en -gegevens weergeven op het GPSMAP 66i toestel. Details weergeven 1 Selecteer Inreach hulpprogr.. 2 Selecteer Abonnementsgegevens.
Hulpmiddelen in het hoofdmenu Selecteer MENU twee keer. Volgen: Hiermee kunt u details delen en weergeven over de tracks waarover u reist. SOS: Hiermee kunt u een SOS-redding starten. Berichten: Hiermee kunt u een voorinstelling of tekstbericht verzenden via het Iridium satellietnetwerk. Inreach hulpprogr.: Hiermee kunt u details over uw inReach abonnement bekijken, e-mail controleren en het toestel testen (inReach functies,...
GPSMAP 66 series toestel hebt gekoppeld. Satelliet: Hiermee wordt uw huidige GPS-satellietinformatie weergegeven (Satellietpagina, pagina 34). Collecties beheren: Geeft verzamelingen weer die zijn gesynchroniseerd vanaf uw Garmin Explore account. Koersplanner: Geeft een lijst met opgeslagen koersen weer en u kunt hiermee nieuwe koersen maken (Koersen, pagina 23).
Geocaches downloaden via een computer U kunt geocaches handmatig op uw toestel laden via een computer (Bestanden overbrengen naar uw computer, pagina 46). U kunt de geocachebestanden in een GPX-bestand plaatsen en importeren naar de GPX-map op het toestel. Met een premium abonnement op geocaching.com kunt u de "pocket query" functie gebruiken om een grote groep geoaches op uw toestel te laden als een enkel GPX-bestand.
De lijst met geocaches filteren U kunt de lijst met geocaches filteren op basis van verschillende factoren, bijvoorbeeld de moeilijkheidsgraad. 1 Selecteer Geocaching > MENU > Filter. 2 Selecteer een of meer opties om te filteren: • Als u wilt filteren op een geocachecategorie, zoals puzzel of evenement, selecteert u Type. •...
Als u bent aangemeld op www.geocaching.com, wordt het log automatisch geüpload naar uw account bij .geocaching.com. chirp Een chirp is een klein accessoire dat wordt geprogrammeerd en in een geocache wordt achtergelaten.Garmin U kunt uw toestel gebruiken om een chirp te vinden in een geocache. Zoeken naar chirp inschakelen 1 Selecteer Stel in >...
Voor het draadloos uitwisselen van gegevens moet uw toestel zich binnen een afstand van 3 m (10 ft.) van een compatibel Garmin toestel bevinden. Uw toestel kan gegevens draadloos verzenden en ontvangen als het is verbonden met een compatibel Garmin toestel dat gebruikmaakt van ANT+ technologie. U kunt waypoints, geocaches, routes, sporen en meer delen.
Stel locatie in op kaart: Hiermee kunt u uw huidige locatie op de kaart markeren. U kunt deze locatie gebruiken om routes te maken of om naar opgeslagen locaties te zoeken. AutoLocate-positie: Hiermee berekent u uw GPS-positie met behulp van de Garmin AutoLocate ®...
Het menu Instellen Selecteer tweemaal MENU en selecteer Stel in. Systeem: Hiermee kunt u systeeminstellingen aanpassen (Systeeminstellingen, pagina 36). Scherm: Hiermee past u de schermverlichting en scherminstellingen aan (Scherminstellingen, pagina 36). Bluetooth: Hiermee koppelt u uw toestel aan een smartphone en kunt u de Bluetooth instellingen (Bluetooth instellingen, pagina 37).
Seriële interface-instellingen Selecteer Stel in > Systeem > Interface. Garmin Spanner: Hiermee kunt u de USB-poort van het toestel gebruiken voor de meeste NMEA 0183-conforme kaartprogramma's door een virtuele seriële poort te maken. Garmin serieel: Hiermee wordt het toestel ingesteld om een eigen standaard van Garmin te gebruiken voor uitwisseling van gegevens over waypoints, routes en sporen met een computer.
Bluetooth instellingen Selecteer Stel in > Bluetooth. Status: Hiermee kunt u Bluetooth draadloze technologie inschakelen en uw huidige verbindingsstatus bekijken. Meldingen: Hiermee bekijkt of verbergt u smartphonemeldingen. Vergeet telefoon: Hiermee verwijdert u het verbonden toestel uit de lijst van gekoppelde apparaten. Deze optie is alleen beschikbaar nadat het toestel is gekoppeld.
Draadloze sensoren Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar buy.garmin.com. De draadloze sensoren koppelen Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of de sensor plaatsen.
Maritieme instellingen wijzigen Selecteer Stel in > Maritiem. Waterkaartmodus: Hiermee stelt u het type kaart in waarmee het toestel maritieme gegevens weergeeft. Nautisch geeft verschillende kaartelementen in verschillende kleuren weer zodat nautische nuttige punten beter leesbaar en de kaart dezelfde kleuren heeft als papieren kaarten. Vissen (waterkaarten vereist) geeft een gedetailleerde weergave van bodemcontouren en dieptepeilingen en vereenvoudigt de kaartweergave zodat deze optimaal is voor vissen.
5 Open de bestandsbrowser op uw computer en open de map Garmin > Profiles. 6 Kopieer het .gpf-bestand met de herkenbare profielnaam naar uw computer. 7 Sluit het volgende GPSMAP 66i toestel aan op uw computer en kopieer het .gpf-bestand naar de map Garmin > Profiles.
De weergave van het Paginalint configureren 1 Selecteer Stel in > Menu's > Paginavolgorde > Paginalintweergave. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Uit om de weergave van het paginarint uit te schakelen. • Selecteer Langzaam of Snel om de snelheid in te stellen waarmee een pagina wordt geopend nadat deze is geselecteerd in het paginarintvenster.
Toestelinformatie Productupdates Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw computer. U kunt de Garmin Explore app op uw ™ smartphone installeren om uw waypoints, routes, tracks en activiteiten te uploaden. Garmin Express biedt eenvoudige toegang tot deze diensten voor Garmin toestellen.
• Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele accessoires en vervangingsonderdelen. Batterijgegevens De werkelijke levensduur van de batterij hang af van uw toestelinstellingen, zoals het interval voor het vastleggen van spoorpunten en het luisterinterval bij...
De karabijnhaakclip bevestigen 1 Plaats de karabijnhaakclip in de sleuven op de behuizing van het toestel. 2 Schuif de karabijnhaakclip omhoog totdat deze vastklikt. De karabijnhaakclip verwijderen Til de onderkant van de karabijnhaakclip omhoog en schuif de karabijnhaakclip van de behuizing af. Een draagkoord bevestigen 1 Haal de lus van het draagkoord door de gleuf in het toestel.
• GPX-geocachebestanden (Geocaches downloaden via een computer, pagina 30). • JPEG-afbeeldingsbestanden. • GPI-bestanden met eigen nuttige punten van de Garmin POI Loader. Ga naar www.garmin.com/products /poiloader. Een geheugenkaart installeren U kunt een microSD geheugenkaart tot 32 GB installeren voor extra opslagruimte of voorgeladen kaarten.
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd. 1 Open het Garmin station of volume. 2 Open zo nodig een map of volume.
FCC of regionale compliance-markeringen, maar ook toepasselijke product- en licentiegegevens. 1 Selecteer Stel in. 2 Selecteer Over. Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. Toestelinformatie...
Appendix Gegevensvelden Sommige gegevensvelden vereisen dat u navigeert of draadloze accessoires hebt om gegevens te kunnen weergeven. Aanwijzer: Een pijl wijst in de richting van het volgende via-punt of de volgende bocht. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren. Afstand tot bestemming: De resterende afstand tot de eindbestemming.
Pagina 55
GPS-nauwkeurigheid: De foutmarge voor uw exacte locatie. Uw GPS-locatie is bijvoorbeeld accuraat binnen +/- 3,65 meter (12 ft.). GPS-signaalsterkte: De sterkte van het signaal van de GPS-satelliet. Gradiënt: De berekening van de stijging over de afstand. Als u bijvoorbeeld 3 m (10 ft) stijgt na elke 60 m (200 ft) die u aflegt, is het stijgingspercentage 5%.
Pagina 56
Snelh: bewogen gem.: De gemiddelde snelheid waarmee u zich verplaatst sinds deze waarde voor het laatst is hersteld. Snelh: totaal gem.: De gemiddelde snelheid tijdens het verplaatsen en stoppen sinds deze waarde voor het laatst is hersteld. Snelheid: De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst. Snelheid - Maximum: De hoogste snelheid sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
• Controleer of het ANT+ accessoire compatibel is met uw Garmin toestel. • Voordat u het ANT+ accessoire met uw Garmin-toestel koppelt, dient u een afstand van 10 m (33 ft.) ten opzichte van andere ANT+ accessoires in acht te nemen.
Fitnessdoelstellingen Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe te passen. • Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw training. • Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren. Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen van hartslagzones, pagina 52) gebruiken om de...
Pagina 60
Augustus 2023 GUID-A921AB4F-381A-48D5-9BCC-9A895445C84F v8...