Radar
Peilingen van plaatselijke diepten weergeven en configureren
Op de radaroverlay kunt u dieptepeilingen weergeven en een gevaarlijke diepte instellen.
1. Selecteer in het startscherm
punt peilingen
> Aan.
2. Selecteer
puntpeilingen
3. Voer de gevaarlijke diepte in:
• Gebruik bij de GPSMAP 6000-serie de tuimelknop of het numerieke toetsenblok.
• Gebruik bij de GPSMAP 7000-serie het schermtoetsenbord.
4. Selecteer gereed.
Navigatiesymbolen weergeven en configureren
U kunt navigatiesymbolen op de radaroverlay tonen en de weergave configureren.
1. Selecteer in het startscherm
Symbolen.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer
grootte navigatiekenmerk
de kaart worden weergegeven. Selecteer een grootte.
• Selecteer
Type navigatie
• Selecteer
Type navigatie
Aanvullende kaartdetails weergeven
U kunt extra informatie op de radaroverlay weergeven.
1. Selecteer in het startscherm
Symbolen.
2. Voer een actie uit:
• Selecteer
Nuttige punten op land
Lichtsectoren
• Selecteer
lichtsensoren afhankelijk van het zoomniveau uit te filteren.
Kaartgrenzen
• Selecteer
tonen dat op de kaarten staat.
Fotopunten
• Selecteer
camerapictogrammen weer te geven.
De boegcorrectie instellen
Zie "Boegcorrectie"
(pagina
98
Kaarten
>
radaroverlay
> gevaarlijk.
Kaarten
radaroverlay
>
om in te stellen hoe groot de symbolen van de navigatiekenmerken op
>
NOAA
om het navigatiekenmerk als NOAA-symbool op de kaart weer te geven.
>
iALA
om het navigatiekenmerk als IALA-symbool op de kaart weer te geven.
Kaarten
>
radaroverlay
>
Aan
om de interessante punten op het land weer te geven.
om de sector weer te geven waar zich een navigatielicht bevindt. Selecteer
Aan
>
om bij gebruik van een gegevenskaart van BlueChart g2 Vision het gebied te
Aan
>
om bij gebruik van een gegevenskaart van BlueChart g2 Vision de
95).
>
Menu (MENU)
>
instellen
Menu (MENU)
instellen
>
>
>
Menu (MENU)
>
instellen
GPSMAP
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
®
>
Kaartinstelling
>
Kaartinstelling
>
>
>
Kaartinstelling
>
Aan
om