De arcering van de diepte instellen
U kunt de weergave van de arcering van de diepte op de navigatiekaart aanpassen.
OpMErKiNg: de viskaart staat op een voorgeprogrammeerde gegevenskaart van BlueChart g2 Vision.
1. Selecteer in het startscherm
> Veiligheidsarcering.
2. Selecteer een diepte.
Gebieden met diepten die ondieper zijn dan de opgegeven waarde, zijn blauw gearceerd, terwijl gebieden die
dieper zijn dan de opgegeven waarde, wit zijn gearceerd. De contour wordt altijd getekend op de geselecteerde
diepte of dieper dan de geselecteerde diepte.
Symbolen voor navigatiekenmerken weergeven en configureren
U kunt navigatiesymbolen op de navigatiekaart en viskaart tonen en de weergave configureren.
OpMErKiNg: de viskaart staat op een voorgeprogrammeerde gegevenskaart van BlueChart g2 Vision.
1. Selecteer in het startscherm Kaarten.
2. Voer een actie uit:
Navigatiekaart
• Selecteer
• Selecteer
Viskaart
3. Voer een actie uit:
• Selecteer
grootte navigatiekenmerk
de kaart worden weergegeven. Selecteer een grootte.
• Selecteer
Type navigatie
Type navigatie
• Selecteer
Aanvullende kaartdetails weergeven
U kunt extra informatie op de navigatiekaart weergeven.
1. Selecteer in het startscherm
> Symbolen.
2. Voer een actie uit:
Nuttige punten op land
• Selecteer
Lichtsectoren
• Selecteer
u de lichtsectoren altijd wilt laten weergeven of
zoomniveau door de kaartplotter wilt laten uitfilteren.
Kaartgrenzen
• Selecteer
tonen dat op de kaarten staat.
Fotopunten
• Selecteer
camerapictogrammen weer te geven. Op die manier kunt u luchtfoto's van oriëntatiepunten bekijken
(pagina
26).
GPSMAP
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
®
Kaarten
>
Navigatiekaart
Menu (MENU)
>
>
Menu (MENU)
>
Kaartinstelling
om in te stellen hoe groot de symbolen van de navigatiekenmerken op
>
NOAA
om het navigatiekenmerk als NOAA-symbool op de kaart weer te geven.
iALA
>
om het navigatiekenmerk als IALA-symbool op de kaart weer te geven.
Kaarten
>
Navigatiekaart
Aan
>
om de interessante punten op het land weer te geven.
om de sector weer te geven waar zich een navigatielicht bevindt. Selecteer
Aan
>
om bij gebruik van een gegevenskaart van BlueChart g2 Vision het gebied te
Aan
>
om bij gebruik van een gegevenskaart van BlueChart g2 Vision de
>
Menu (MENU)
Kaartinstelling
Kaartweergave
>
>
> Kaartweergave.
>
Menu (MENU)
Auto
als u de lichtsectoren automatisch op basis van het
Weergave van kaarten en 3D-kaarten
>
Kaartinstelling
>
Kaartweergave
> Symbolen.
>
Kaartinstelling
>
Kaartweergave
Aan
als
13