• Selecteer
Buitengaatsdiensten
nabijheid op naam weer te geven
• Selecteer
Zoek op naam
punten
(pagina
43).
3. Selecteer een bestemming.
Koersen
U kunt een koers naar een bestemming instellen en deze volgen met behulp van een van de volgende drie methoden:
Ga naar, Route naar of Begeleid naar.
• ga naar: brengt u direct naar uw bestemming.
• route naar: berekent een route van uw locatie naar een bestemming, met de mogelijkheid om koerswijzigingen
aan te brengen.
• Begeleid naar: zoekt in de BlueChart g2 Vision-gegevenskaart de optimale route naar uw bestem ming met
behulp van Autobegeleiding. Voor deze optie moet u beschikken over een BlueChart g2 Vision-geheugenkaart.
Een directe koers instellen en volgen met behulp van Ga naar
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een gecorrigeerde koers over land of door ondiep
water lopen. Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en andere gevaarlijke objecten te
vermijden.
U kunt een directe koers uitzetten en deze volgen vanaf uw huidige locatie naar een geselecteerde bestemming.
1. Selecteer een bestemming met behulp van een kaart of met Waarheen?
2. Selecteer
Navigeer naar
Er wordt een magenta lijn weergegeven. De dunnere paarse lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers
van uw huidige locatie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met uw boot
mee wanneer u van de koers afwijkt.
3. Volg de magenta lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.
OpMErKiNg: als u van de koers bent afgeweken, volg dan de paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw
bestemming te gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een nieuwe route maken en volgen met behulp van Route naar
Zie "Een route vanaf uw huidige positie maken en navigeren"
Een opgeslagen route volgen met Route naar
Zie "Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren"
Een koers instellen en volgen met behulp van Autobegeleiding
De functie Autobegeleiding van de BlueChart g2 Vision-gegevenskaart is gebaseerd op elektronische
kaartinformatie. De gegevens garanderen niet dat de route obstakelvrij en voldoende diep is. Vergelijk de koers
met alle visuele waarnemingen en vermijd land, ondiep water en andere obstakels die u kunt tegenkomen.
1. Selecteer een bestemming met behulp van een kaart of met Waarheen?
2. Selecteer
Navigeer naar
3. Controleer de koers, die met de magenta lijn voor Autobegeleiding is aangegeven.
OpMErKiNg: als u de functie Autobegeleiding gebruikt, geeft een grijze lijn binnen de magenta lijn aan dat
de functie Autobegeleiding een deel van de automatische begeleiding niet kan berekenen. Dit wordt veroorzaakt
door de instellingen voor een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en obstakelhoogte
(pagina
59).
4. Volg de magenta lijn, vermijd land, ondiep water en andere obstakels.
GPSMAP
6000/7000-serie - gebruikershandleiding
®
om een lijst met jachthavens en andere nuttige buitengaatse punten in de
(pagina
42).
om op naam te zoeken naar waypoints, routes, sporen en nuttige buitengaatse
>
ga
naar.
>
Begeleid
naar.
LET OP
(pagina
(pagina
35).
(pagina
44).
LET OP
(pagina
32).
32).
Navigatie
33