HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Gevaar voor kantelen
1-8
• Controleer of de bodemgesteldheid geschikt is om de
maximale belasting van de banden te dragen die op de
betreffende stickers op het chassis naast elk wiel is aan-
gegeven. Rijd niet op een niet-ondersteund oppervlak.
• De gebruiker dient vertrouwd te zijn met het rijoppervlak
alvorens te rijden. Rijd niet dwars of recht op een steilere
helling dan is toegestaan
.
• Hef het platform niet en rijd niet met het platform omhoog
op of nabij een hellende, ongelijke of zachte ondergrond.
Zorg dat de machine op een stevige, horizontale en
vlakke ondergrond staat voordat het platform wordt gehe-
ven of met het platform omhoog wordt gereden.
• Controleer de toegestane capaciteit van het oppervlak
alvorens op vloeren, bruggen, trucks en andere opper-
vlakken te rijden.
• Overschrijd nooit de maximale belasting die op het plat-
form staat aangegeven. Zorg dat alle ladingen binnen het
platform blijven, tenzij toestemming is verkregen van JLG.
• Houd het chassis van de machine op een afstand van
minstens 0,6 m (2 ft) van kuilen, oneffenheden, steile hel-
lingen, obstakels, afval, bedekte kuilen en andere moge-
lijke gevaren op de grond.
– JLG Hoogwerker –
3122700