5.8.3 Bevochtigerniveau instellen
Voorwaarde
•
•
•
•
1. Met de toetsen
U kunt kiezen uit de bevochtigerniveaus 1-7. Welke instelling voor
u geschikt is, is afhankelijk van de kamertemperatuur en de
luchtvochtigheid. Bevochtigerniveau 4 is de standaardinstelling.
Als u 's ochtends droge luchtwegen hebt, is het
verwarmingsvermogen te laag ingesteld. Als er 's ochtends
condenswater in de beademingsslang zit, is het
verwarmingsvermogen te hoog ingesteld.
Om het condenswater in de beademingsslang te verminderen,
raden wij u het gebruik van een slangverwarming aan.
Resultaat
Het bevochtigerniveau is ingesteld.
Het therapieapparaat heeft de status Stand-by of de status
Therapie.
De bevochtiger is met water gevuld
pagina
34).
De bevochtiger is op het therapieapparaat aangesloten
(zie " Bevochtiger plaatsen", pagina
De bevochtiger is ingeschakeld
inschakelen", pagina
De bevochtiger-toets is groen en het bevochtigerniveau wordt
weergegeven
.
verhogen of verlagen.
(zie " Bevochtiger vullen",
37).
(zie "5.8.1 Bevochtiger
51).
of
kunt u het bevochtigerniveau
WM 100 TD
5 Bediening
NL
53