Algemene voorschriften
6
Toepassingsbereik
De machine mag uitsluitend voor het reinigen van façades, voertuigen, behouders, trot-
toirtegels, stallingen en machines gebruikt worden.
Controles
De machine dient overeenkomstig de "richtlijnen voor vloeistofstralers" bij behoefte,
echter tenminste 1 x per jaar, door een vakman op een veilig functioneren te worden
gecontroleerd. De resultaten van de controle dienen schriftelijk te worden bijgehouden.
Aantekeningen zijn voldoende. Keuringsrapporten op de pagina's 34 - 35.
Industriële hogedrukreinigers moeten alle 12 maanden
door een vakkundige gecontroleerd worden!
Ongevalpreventie
De machine is dusdanig geconcipieerd dat ongevallen bij een vakkundig gebruik (vol-
gens deze instructies) uitgesloten zijn. De persoon die het apparaat bedient dient er op
te worden gewezen dat van hete onderdelen en de hogedrukstraal gevaren uitgaan. De
"richtlijnen voor vloeistofstralers" dienen in acht te worden genomen.
Opstellingsplaats
De machine mag niet gebruikt worden in ruimten waar gevaar voor
brand en explosies heerst of in plassen gezet worden. Het apparaat
mag niet onder water gebruikt worden.
Voor de verbranding is lucht nodig en er ontstaan verbrandingsgassen. Wordt de
hoge-drukreiniger in afgesloten ruimten gebruikt, dan dient er te worden gezorgd
voor een veilige afvoer van de verbrandingsgassen en voor voldoende ventilatie.
De uitlaatgasopening in de bovenkant van het apparaat mag niet worden afgeslo-
ten. Buig niet over deze opening en grijp er niet met de handen in. De uitstromen-
de uitlaatgassen zijn zeer heet!
Veiligheidsvoorschriften
Klem de bedieningshendel van het pistool tijdens gebruik niet vast!
Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de hogedrukreiniger van het
lichtnet gescheiden zijn. Zet de hoofdschakelaar in de stand „0" en trek de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat niet wanneer electrische leidingen of andere
veiligheidsrelevante delen (b.v. overdrukventiel, hogedrukslang,
spuitinrichting etc.) defect zijn.